-
81 Romanian
n. Roemeen, inwoner van Roemenië--------n. Romaanse taal gesproken in Roemenië, Roemeens -
82 Romany
adj. zigeuner, van zigeuners--------n. Zigeuner, afstammeling van Indiaans nomeadenvolk die naar Europa en Noord Amerika emigreerden tussen de 15-de en 18-de Eeuw--------n. Zigeuners; zigeunertaal[ rommənie, roo-] -
83 Rumanian
adj. Roemeens, betr. Roemenië--------n. Roemeen, bewoner v. Roemenië -
84 Russian
adj. Russisch, betr. Rusland--------n. Rus(sin), bewoner v. Rusland--------n. Russisch (taal)[ rusjn] -
85 Scotch
adj. Schotse (whisky/broth); (-tape) plakband--------n. (de) Schotten; Schotse whiskyScotch1[ skotsj]I 〈 eigennaam〉III 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord steeds meervoud; the〉————————Scotch21 Schots2 zuinig♦voorbeelden:Scotch fir/pine • grove denScotch terrier • Schotse terriërScotch whisky • Schotse whisky -
86 Scottish
adj. Schots (betr. Schotland/Schotten/Schotse taal of dialect)--------n. de Schotten; Schots (taal/dialect) -
87 Scouse
[ skaus] -
88 Serbian
adj. Servisch--------n. Serviër, bewoner v. Servië[ sə:biən] -
89 Siamese
-
90 Sicilian
adj. Siciliaans, betr. Sicilië (eiland in de Middellandse Zee dichtbij Italië)--------n. Siciliaan, bew. v. Sicilië (eiland in de Middellandse Zee dichtbij Italië)[ sissilliən] -
91 Sinhalese
adj. van kruistocht--------n. Sinhalees (taal); Sinhalees -
92 Slovene
n. burger van Slovenië (staat in Oost-Europa), Sloveen[ sloovie:n] -
93 Swahili
-
94 Syrian
adj. Syrisch, betr. Syrië (Arabische staat in het Midden-Oosten)--------n. Syriër, bewoner v. Syrië[ sirriən] -
95 Thai
n. Thai, bewoner v. Thailand, Thailander; Thaise taal[ taj] 〈meervoud: Thai〉 -
96 Uzbek
adj. Uzbeeks; van Uzbek--------n. Oesbeek, Uzbeker, bewoner v. Uzbek; Uzbeekse taal[ oezbek, uz-] 〈meervoud ook: Uzbek〉 -
97 Vietnamese
adj. Vietnamees (betr. Vietnam)--------n. Vietnamees (taal; bewoner v. Vietnam)[ vjetnəmie:z] 〈meervoud: Vietnamese〉 -
98 Walloon
adj. Waal(s), van het Franse gedeelte in België--------n. Waal (inwoner van Franstalige gedeelte van België)--------n. Waals (dialect in Franstalige gedeelte van België gesproken)[ wolloe:n] -
99 Welsh
adj. betr. Wales--------n. Welsh (de taal v. Wales, bewoner v. Wales)[ welsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:Welsh rabbit, Welsh rarebit • toast met gesmolten kaas -
100 a
art. a ( eerste letter v.h. alfabet); een ( onbepaald lidwoord), gebruikt met zelfstandige naamwoordena1, A[ ee] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: a's, A's〉1 a, A♦voorbeelden:A-1 • eersteklas, primaJohn got an A for his essay • Jan kreeg een negen voor zijn opstel————————a2[ ə, 〈 sterk〉 ee], 〈 voor ker en vaak voor een onbeklemtoonde lettergreep beginnend met h-〉 an [ ən, 〈 sterk〉 ee] 〈 lidwoord〉4 per5 de/hetzelfde♦voorbeelden:a hundred • honderd
Страницы