-
1 efficient
-
2 efficient
doelmatigefficiënt -
3 efficient estimator
rake schatter -
4 asymptotically efficient
asymptotisch raakEnglish-Dutch technical dictionary > asymptotically efficient
-
5 library of efficient data types and algorithms: LEDA
bibliotheek van efficiënte gegevenstypen en algoritmenEnglish-Dutch technical dictionary > library of efficient data types and algorithms: LEDA
-
6 APM
efficient energiebeheer (door de computer), het beheer van software en hardware op een energiebesparende manierAPM (Advanced Power Management) -
7 businesslike
-
8 economy
n. economie; besparing[ ikkonnəmi] 〈meervoud: economies〉♦voorbeelden:2 political economy • economie, staathuishoudkunde1 〈 verkorting〉[economy class] -
9 effective
adj. nuttig, efficiënt, doeltreffend[ iffektiv]♦voorbeelden:the effective strength of the navy • de operationele sterkte/inzetbaarheid van de marine -
10 effectively
-
11 improvement
n. verbetering; bonus; verbetering; efficient gebruik; grondverbetering[ improe:vmənt]♦voorbeelden: -
12 inoperative
adj. niet werkend; niet efficient; niet operatief[ innoprətiv] -
13 sovereign
adj. heersend, soeverein; uitmuntend, uitstekend--------n. heer, vorst, vorstin, soeverein (ook goudstuk, geldstuk van 1 pond)sovereign1[ sovrin] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————sovereign21 soeverein ⇒ onafhankelijk, autonoom2 soeverein ⇒ heersend, oppermachtig3 onovertroffen ⇒ buitengewoon; puur♦voorbeelden:2 our sovereign lord the King • onze landsheer/vorst -
14 streamlined
-
15 wield
v. bewerkstelligen,(invloed, autoriteit); efficiënt gebruiken (van wapens enz.); vasthouden, vangen[ wie:ld] -
16 wizard
adj. tovenaar; mieters (sl.)--------n. heks; knappe bol, tovenaar (ook in computers); genie; goochelaar; jongleur; (in computers) tovenaar, genie, een hulpprogramma voor de gebruiker voor het efficiënt uitvoeren van verschillende takenwizard1[ wizzəd] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 tovenaar2 genie————————wizard2〈 bijvoeglijk naamwoord〉 〈Brits-Engels; slang〉1 waanzinnig ⇒ te gek, eindeloos♦voorbeelden: -
17 Big Dumb Booster
n. raket die onnauwkeurig en niet zo efficiënt is (zoals "Katjoesja") -
18 afterburning
n. verbreanding van achtergebleven benzine na stopzetting van belangrijkste verbranding; verbranding in een naverbrander dat resulteert in extra drijfkracht met meer efficiënt benzineverbruik -
19 business-like
zakelijk, efficiënt -
20 crack the whip
v. zich op een dominerende wijze gedragen; gehoorzaamheid en ijverig en efficient werk van anderen verlangen; aanmoedigen tot grotere prestatie
- 1
- 2
См. также в других словарях:
efficient — efficient, iente [ efisjɑ̃, jɑ̃t ] adj. • 1290; lat. efficiens, de efficere « réaliser » 1 ♦ Philos. Cause efficiente, qui produit un effet (opposé à cause finale). 2 ♦ (1948; angl. efficient) Anglic. (abusif) Efficace, dynamique, capable de… … Encyclopédie Universelle
efficient — ef‧fi‧cient [ɪˈfɪʆnt] adjective MANUFACTURING 1. producing goods using as little time, money etc as possible: • The United States has developed the most efficient methods of food production and distribution. • Is this really an efficient use of… … Financial and business terms
efficient — ef*fi cient ([e^]f*f[i^]sh ent), a. [L. efficiens, entis, p. pr. of efficere to effect: cf. F. efficient. See {Effect}, n.] Causing effects; producing results; that makes the effect to be what it is; actively operative; not inactive, slack, or… … The Collaborative International Dictionary of English
-efficient — [e fish′ənt, ifish′ənt; ] often [, ēfish′ənt, əfish′ənt] combining form working or operating efficiently with regard to; making efficient use of [cost efficient, energy efficient] * * * … Universalium
-efficient — [e fish′ənt, ifish′ənt; ] often [, ēfish′ənt, əfish′ənt] combining form working or operating efficiently with regard to; making efficient use of [cost efficient, energy efficient] … English World dictionary
Efficient — Ef*fi cient, n. An efficient cause; a prime mover. [1913 Webster] God . . . moveth mere natural agents as an efficient only. Hooker. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
efficient — I adjective able, adroit, capable, competent, deft, dexterous, effective, effectual, expedient, expeditious, expert, functional, habilis, mighty, potent, powerful, practical, productive, proficient, puissant, skilled, skillful associated concepts … Law dictionary
efficient — capable of producing the desired effect, late 14c., making, producing immediate effect, from O.Fr. efficient and directly from L. efficientem (nom. efficiens) effective, efficient, producing, active, prp. of efficere work out, accomplish (see… … Etymology dictionary
Efficient — can relate to: *Efficiency (and related topics; see link), the technical term often related to energy usage. *Efficient (horse), winner of the 2007 Melbourne Cup. *Inefficiency, a term with a multitude of meanings in economics.disambig to be… … Wikipedia
efficient — [e fish′ənt, ifish′ənt] adj. [ME & OFr < L efficiens, prp. of efficere: see EFFECT] 1. directly producing an effect or result; causative; effective [the efficient cause] 2. producing a desired effect, product, etc. with a minimum of effort,… … English World dictionary
efficient — efficient, ente (è fi si an, an t ) adj. Terme de philosophie scolastique. Cause efficiente, cause qui produit effectivement son effet, une chose. Le soleil est la cause efficiente de la chaleur. • Aristote admettait comme Platon les causes… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré