-
1 zerreißen
zerreißen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 stuk-, kapot-, verscheuren♦voorbeelden:〈 informeel〉 es hat ihn fast zerrissen, als er davon hörte • hij heeft zich bijna doodgelachen toen hij dat hoorde♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 ich könnte mich zerreißen, so viel habe ich zu tun • ik kom handen te kort, zoveel werk heb ik〈figuurlijk; schertsend〉 ich kann mich doch nicht zerreißen • (a) ik kan toch niet op twee plaatsen tegelijk zijn; (b) ik kan toch niet alles tegelijk -
2 eine zerrissene Partei
-
3 verscheuren
2 [met de tanden vaneenrijten] maul ⇒ tear in pieces/apart♦voorbeelden:een gil verscheurde de stilte • a scream rent the silenceeen verscheurd mens • a(n inwardly) torn mantwijfel verscheurde hem • he was torn (apart) by doubt(s)
См. также в других словарях:
Anton van Duinkerken — Statue von Anton van Duinkerken Anton van Duinkerken (eigentlich Wilhelmus Johannes Maria Antonius Asselbergs; * 2. Januar 1903 in Bergen op Zoom; † 27. Juli 1968 in Nimwegen) war ein niederländischer Schriftsteller … Deutsch Wikipedia