-
1 authenticity
-
2 legitimacy
n. wettigheid, legitimiteit; wettigheid[ lidzjittimməsie] -
3 of proven authenticity
-
4 originality
-
5 prove
v. bewijzen; blijken; aantonen; duidelijk maken[ proe:v] 〈 proved, proved [proe:vd]/voornamelijk Amerikaans-Engels, Schots-Engels, literatuur ook proven [proe:vn]〉1 blijken♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:prove oneself • zich bewijzen, laten zien wat je waard bent -
6 truth
n. waarheid[ troe:θ] 〈meervoud: ook truths [troe:ðz, troe:θs]〉1 waarheid2 echtheid♦voorbeelden:there is (some) truth in it • er is wel wat van waar -
7 signature authentication
handtekening bevestiging (onderzoek van echtheid van handtekening)
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский