-
1 iets duur verkopen
iets duur verkopenvendre qc. au prix fort -
2 zijn huid duur verkopen
zijn huid duur verkopen -
3 zijn leven duur verkopen
zijn leven duur verkopen -
4 duur
duur1〈de〉♦voorbeelden:op de(n) (lange) duur • à la longuehij zal op den duur komen • il finira par venirvoor de duur van • pour la durée de¶ ergens geen duur hebben • ne pas pouvoir rester longtemps qp.————————duur2♦voorbeelden:het vlees is duur • la viande coûte cher〈 figuurlijk〉 iets duur betalen • payer chèrement qc.〈 figuurlijk〉 (iemand) duur te staan komen • coûter cher (à qn.)iets duur verkopen • vendre qc. au prix fortduur doen • faire du chiquéhij doet duur met zijn nieuwe auto • il fait de l'épate avec sa nouvelle voiture→ link=huid huid -
5 huid
♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 iemand de huid over de oren halen • saigner qn. à blancde huid verkopen voor de beer geschoten is • vendre la peau de l'ours avant de l'avoir tué〈 figuurlijk〉 iemand de huid vol schelden • engueuler qn.in iemands huid kruipen • entrer dans la peau de qn.〈 figuurlijk〉 iemand op zijn huid zitten • chercher des poux à qn.iemand op zijn huid geven • tanner le cuir à qn.tot op de huid nat worden • être mouillé jusqu'aux os -
6 aansmeren
1 [te duur verkopen] refiler (qc. à qn.) -
7 iemand iets in de maag splitsen
iemand iets in de maag splitsen〈 ermee opschepen〉 refiler qc. à qn.; 〈 duur verkopen〉 estamper qn.Deens-Russisch woordenboek > iemand iets in de maag splitsen
-
8 leven
leven1〈 het〉♦voorbeelden:een bruin leven • une vie de cocagneeen dubbel leven leiden • mener une vie doublehet leven wordt steeds duurder • (le coût de) la vie ne cesse d'augmenterzijn eigen leven leiden • vivre sa viedat verhaal is een eigen leven gaan leiden • ce récit est devenu un tout indépendant du contexteeen lekker leventje leiden • se la couler doucedat is een lekker leventje • c'est la belle vieals je leven je lief is • si ta vie t'est précieuseeen lui leventje • une petite vie pépèrenieuw leven inblazen • revitalisereen nieuw leven beginnen • refaire sa viehet ongeboren leven • la vie foetaleeen ongeregeld leven leiden • mener une vie de bâton de chaiseeen teruggetrokken leven leiden • mener une vie retiréeeen verdorven leven leiden • mener une vie dissolueeen vrolijk leventje leiden • mener joyeuse viehij danste alsof zijn leven er van afhing • il dansait comme si c'était une question de vie ou de mortzich het leven benemen, zich van het leven beroven • se suiciderals vrijgezel door het leven gaan • être célibatairezijn leven hangt aan een zijden draad(je) • sa vie pend à un filhet leven erbij inschieten • y laisser la viezo is het leven • c'est la vieiemand het leven laten • laisser la vie sauve à qn.iemand het leven ontnemen • ôter la vie à qn.zijn leven redden • sauver sa viehet leven schenken aan • donner la vie àhoe staat het leven? • comment ça va?voor zijn leven strijden • défendre sa peauzijn leven wagen • risquer sa viemijn leven lang • ma vie durantbij, tijdens zijn leven • de son vivantzich door het leven slaan • se débrouiller dans la viein leven • en vieiets in het leven roepen • mettre qc. sur piedhet leven in het hiernamaals • (la vie de) l'au-delàmet zijn leven spelen • risquer sa vieiemand naar het leven staan • attenter à la vie de qn.om het leven komen • trouver la mortiemand om het leven brengen • tuer qn.uit het leven gegrepen • pris sur le vifvan zijn leven niet • jamais de la vieheb je van je leven! • a-t-on jamais vu ça!voor zijn leven geborgen zijn • avoir du foin dans ses bottes pour le restant de ses jourshij is voor zijn leven ongelukkig • il est malheureux pour la vievoor het leven benoemd • nommé à viezij heeft geen leven bij die man • ce n'est pas une vie (pour elle) auprès de cet hommeeen leven als een luis op een zeer hoofd hebben • vivre comme un coq en pâte〈 spreekwoord〉 zolang er leven is, is er hoop • tant qu'il y a de la vie, il y a de l'espoir¶ dat brengt leven in de brouwerij • 〈 het wordt levendig〉 cela met de l'entrain; 〈 de zaken gaan vooruit〉 les affaires prennent tournuretoen begon het lieve leventje • …, ce qui mit le feu aux poudreswat is er een leven op straat! • quelle animation il y a dans la rue!leven maken • faire du tapagezij is in het leven • elle est prostituéenaar het leven tekenen • dessiner d'après natureeen leven als een oordeel • un tapage infernal————————leven21 vivre♦voorbeelden:leeft die vaas nog? • ce vase n'est toujours pas cassé?blijven leven • rester en viemen moet leven en laten leven • il faut vivre et laisser vivrewe moeten daar nog een jaar mee leven • il faudra supporter cela un an encorestil gaan leven • se retirer des affairesin angst leven • vivre dans l'angoissemet deze man valt niet te leven • cet homme est invivablenaar iets toe leven • se réjouir à l'idée de qc.leven tussen hoop en vrees • flotter entre l'espoir et la craintehij leeft van rijst • il vit de rizvan zijn rente leven • vivre de ses renteshij heeft genoeg om van te leven • il a de quoi vivrevan dit vak kun je niet leven • ce métier ne nourrit pas son hommezo waar als ik leef • aussi vrai que j'existezij leven langs elkaar heen • ils vivent chacun de leur côtémen moet ermee leren leven • il faudra bien s'y faire〈 spreekwoord〉 wie dan leeft, die dan zorgt • qui vivra, verra¶ leve de koningin! • vive la reine!dat portret leeft • ce portrait vitdeze romanpersonages leven • les personnages de ce roman sont vrais -
9 maag
♦voorbeelden:op de nuchtere maag • à jeuneen sterke maag hebben • avoir un estomac d'autrucheeen volle maag hebben • avoir le ventre pleineen vuile maag hebben • avoir l'estomac barbouilléeen rommelende maag hebben • avoir l'estomac qui gargouillede maag uitpompen • faire un lavage d'estomaciemand iets in de maag splitsen • 〈 ermee opschepen〉 refiler qc. à qn.; 〈 duur verkopen〉 estamper qn.hij zit ermee in z'n maag • 〈 kan het niet kwijtraken〉 ça lui reste sur l'estomac; 〈 zit ermee verlegen〉 il en est bien embarrassémijn avondeten ligt me zwaar op de maag • mon dîner m'est resté sur l'estomacmijn maag is van streek • j'ai l'estomac dérangé
См. также в других словарях:
Langue néerlandaise — Néerlandais Cet article concerne la langue néerlandaise. Pour la nationalité, voir Pays Bas. Néerlandais Nederlands Parlée aux Pays Bas, Belgique (Communauté flamande), Suriname, Aruba, Antilles néerlandaises … Wikipédia en Français
Ndls — Néerlandais Cet article concerne la langue néerlandaise. Pour la nationalité, voir Pays Bas. Néerlandais Nederlands Parlée aux Pays Bas, Belgique (Communauté flamande), Suriname, Aruba, Antilles néerlandaises … Wikipédia en Français
Neerlandais — Néerlandais Cet article concerne la langue néerlandaise. Pour la nationalité, voir Pays Bas. Néerlandais Nederlands Parlée aux Pays Bas, Belgique (Communauté flamande), Suriname, Aruba, Antilles néerlandaises … Wikipédia en Français
Néerlandophone — Néerlandais Cet article concerne la langue néerlandaise. Pour la nationalité, voir Pays Bas. Néerlandais Nederlands Parlée aux Pays Bas, Belgique (Communauté flamande), Suriname, Aruba, Antilles néerlandaises … Wikipédia en Français
Néérlandais — Néerlandais Cet article concerne la langue néerlandaise. Pour la nationalité, voir Pays Bas. Néerlandais Nederlands Parlée aux Pays Bas, Belgique (Communauté flamande), Suriname, Aruba, Antilles néerlandaises … Wikipédia en Français
Kaufen — 1. Besser einmal kaufen, als zehnmal borgen. Dän.: Bedre at kiøbe eengang, end altid laane. (Prov. dan., 342.) 2. Besser kaufen, dann bitten (betteln). – Henisch, 401, 1; Petri, II, 38; Simrock, 5524. Frz.: Mieux vaut acheter qu emprunter.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon