-
1 dichtgaan
♦voorbeelden:'s zomers gaat de fabriek twee weken dicht • in summer the factory shuts down for two weekshoe gaat dit jasje dicht? • how does this jacket do up?mijn rok gaat niet dicht • my skirt won't meetop zaterdag gaan de winkels vroeg dicht • the shops close early on Saturdays -
2 dichtgaan
v. close, shut -
3 dichtklappen
1 [krachtig dichtgaan/dichtdoen] snap shut/to 〈 deksel, boek, kleine deur〉; slam (shut) 〈 huisdeur, raam〉♦voorbeelden: -
4 dichtslaan
-
5 sluiten
2 [opbergen, wegsluiten] lock up/away3 [buiten-/uitsluiten] lock out, close off4 [plaatsen zonder tussenruimte] close6 [beëindigen] close, conclude7 [verbieden] close8 [handel] [opmaken] close♦voorbeelden:het raam sluiten • shut/close the windowde winkel/zaak sluiten • 〈 in het bijzonder voorgoed〉 close (the shop) down; 〈 ook 's avonds〉 shut up shopvriendschap sluiten (met) • make friends (with)de rij sluiten • bring up the rear3 [goed geheel vormen] fit4 [afsluiten] lock up5 [ten einde lopen] close6 [als einduitkomst hebben] balance7 [gelijke eindcijfers aan debet- en creditzijde vertonen] balance♦voorbeelden:dinsdagmiddag zijn alle winkels gesloten • it's early closing day on Tuesdaydie redenering sluit niet • that argument doesn't hold (water)de begroting sluitend maken • balance the budgetIII 〈wederkerend werkwoord; zich sluiten〉♦voorbeelden: -
6 toeslaan
2 [zijn kans benutten] strike3 [met een slag dichtgaan] slam (shut)♦voorbeelden:2 inbreker slaat opnieuw toe! • burglar strikes again!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [met een slag sluiten] slam (shut)2 [in iemands richting slaan] hit to♦voorbeelden:
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский