-
1 denigrate
v. kleineren, belasteren[ dennigreet] 〈zelfstandig naamwoord: denigration〉1 denigreren ⇒ kleineren; belasteren -
2 depreciate
-
3 derogate
v. kleineren; waardevermindering[ derrəgeet] 〈 formeel〉♦voorbeelden:¶ derogate from • afwijken van, inbreuk maken op 〈 bijvoorbeeld principe〉; afbreuk doen aan 〈reputatie e.d.〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 denigreren ⇒ geringschatten, kleineren
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский