Перевод: с нидерландского на все языки

deeltijd

1 deeltijd

deeltijd

1 temps 〈m.〉 partiel

♦voorbeelden:

1 in deeltijd • à temps partiel

Deens-Russisch woordenboek > deeltijd
2 deeltijd

deeltijd

1 part-time, half-time

♦voorbeelden:

1 in deeltijd werken • work part-time, be on half-time

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > deeltijd
3 deeltijd

сущ.
общ. (deeltijdarbeid/baan) работа на полставки

Dutch-russian dictionary > deeltijd
4 deeltijd

n. part-time

Holandés-inglés dicionario > deeltijd
5 in deeltijd

in deeltijd

à temps partiel

Deens-Russisch woordenboek > in deeltijd
6 in deeltijd werken

in deeltijd werken

work part-time, be on half-time

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in deeltijd werken
7 работа на полставки

gener. (deeltijdarbeid/baan) deeltijd

Dutch-russian dictionary > работа на полставки
8 deeltijdwerker

deeltijdwerker, deeltijdwerkster

1 〈 helft van de tijd〉 travailleur 〈m.〉, travailleuse 〈v.〉 à mi-temps 〈 deeltijd〉 travailleur 〈m.〉, travailleuse 〈v.〉 à temps partiel

Deens-Russisch woordenboek > deeltijdwerker

Hogeschool van Amsterdam — Vorlage:Infobox Hochschule/Träger fehltVorlage:Infobox Hochschule/Mitarbeiter fehltVorlage:Infobox Hochschule/Professoren fehlt Hogeschool van Amsterdam … Deutsch Wikipedia