-
1 from day one
-
2 since day one
vanaf de eerste dag, vanaf de moederschoot -
3 day
n. dag[ dee]2 werkdag♦voorbeelden:day of judgement/reckoning • dag des oordeels/der afrekeningday and night/night and day • dag en nachtthe day after tomorrow • overmorgenwork days • overdag werken, dagdienst hebben〈 informeel〉 from day one • meteen, vanaf de eerste dagday in, day out • dag in, dag uitday out • dagje uitday after day • dag in, dag uitday by day, from day to day • dagelijks, van dag tot dagday off • vrije dagsome day • eens, eenmaal, op een keer; bij gelegenheidall in a/the day's work • de normale gang van zakena good day's work • een productief dagjecall it a day • het voor gezien houdenlet's call it a day • laten we er een punt achter zettenmake a day of it • een dagje doorhalenmake someone's day • iemands dag goedmakenname the day • de trouwdag vaststellenone of these (fine) days • een dezer dagenone of those days • zo'n dag waarop alles tegenzitnot (have) one's day • zijn dag niet (hebben)from one day to the next • van vandaag op morgenon one's day • op het toppunt van zijn kunnenshe's thirty if she's a day • ze is op zijn minst dertig2 tijd ⇒ periode, dag(en)♦voorbeelden:(in) olden days • (in) vroeger tijdenhe's had his day • hij heeft zijn tijd gehadthose were the days • dat waren pas/nog eens tijdenat the present day • vandaag de dagin one's day • in iemands tijd/levenin the days of • ten tijde vanquestions of the day • hedendaagse/actuele vraagstukkenthese days • tegenwoordig, vandaag de dag(in) this day and age • vandaag de dagin those days • in die dagento the/a day • op de dag afto this day • tot op de dag van vandaag, tot op hedenthe other day • onlangs, pas geledenIII 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord; the〉♦voorbeelden:lose the day • de slag verliezenIV 〈 meervoud〉♦voorbeelden: -
4 one day he left
-
5 one day out of six
één op de zes dagen, om de zes dagen -
6 one day to think the matter over
one day to think the matter over -
7 one fine day
op een goede/mooie dag -
8 one's young day(s)
iemands jonge tijd/jaren -
9 one
adj. een--------n. een--------pron. iemandone1[ wun] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:these come only in ones • deze worden alleen in verpakkingen van één/per stuk verkocht————————one21 〈als vervanging voor eerder genoemd woord; meestal onvertaald〉 (er) een ⇒ 〈 benaming voor〉 (er) eentje 〈 grap, verhaal, drankje, snuiter enz.〉♦voorbeelden:like one dead • als een dodelet's have (a quick) one • laten we er (gauw) eentje gaan drinkenthe one that I like best • degene die ik het leukst vindI'll go him one better • ik zal hem een slag voor zijn/overtroevennever a one • geen enkelehe was one up on me • hij was me net de baasthe one about the generous Scot • die mop over de vrijgevige Schothe's a one for music • hij is een muziekliefhebberthis one's on me • ik trakteer!this one • deze hier2 〈 Brits-Engels〉 one must never pride oneself on one's achievements, 〈 Amerikaans-Engels〉one must never pride himself on his achievements • men mag nooit prat gaan op zijn prestatiesII 〈telwoord; als voornaamwoord〉1 één♦voorbeelden:1 become one • één worden, samenvallen/smeltenone after another • een voor een, de een na de andereone or two • één of twee, een paarhe and I are at one (with one another) • hij en ik zijn het (roerend) eens (met elkaar)one by one • een voor een, de een na de anderone of the members • een van de ledenone to one • één op/tegen éénone to one match • één op één/puntsgewijze overeenkomstas one • als één man¶ one and all • iedereen, jan en allemanI was one too many for him • ik was hem te sterk/te slim af〈 informeel〉 like one o'clock • als een gek, energiekI, for one, will refuse • ik zal in ieder geval weigeren(all) in one • (allemaal) tegelijkertijd/gecombineerd〈 informeel〉 done it in one! • in één keer!, de eerste keer goed!→ one another one another/————————one31 een zeker(e) ⇒ één of ander(e), ene♦voorbeelden:we'll meet again one day • we zullen elkaar ooit weer ontmoetenone Mr. Smith called for you • een zekere Mr. Smith heeft jou gebeldII 〈telwoord; als determinator〉1 één ⇒ enig; 〈 figuurlijk〉 de/hetzelfde; 〈 als versterker, Amerikaans-Engels; informeel〉 enig, hartstikke♦voorbeelden:from one chore to another • van het ene klusje naar het anderethey are all one colour • ze hebben allemaal dezelfde kleurone day out of six • één op de zes dagen, om de zes dagenthey cried out with one voice • ze riepen als uit één mondmy one and only friend • mijn enige echte vriendthe one and only truth • de alleenzaligmakende waarheidone and the same thing • één en dezelfde zaak, precies hetzelfdeneither one thing nor the other • vlees noch vis, halfslachtig -
10 one day
-
11 one day old
een dag oud -
12 from one day to the next
from one day to the next———————— -
13 how can she squeeze so many things into one single day?
how can she squeeze so many things into one single day?hoe krijgt ze zoveel dingen op één dag gedaan?English-Dutch dictionary > how can she squeeze so many things into one single day?
-
14 in one's day
in one's dayin iemands tijd/leven -
15 not (have) one's day
-
16 on one's day
on one's day -
17 to one's dying day
-
18 we'll meet again one day
-
19 off-day
-
20 Rome was not built in one day
Rome is niet op een dag gebouwd
См. также в других словарях:
Day One — may refer to: Day One (band), a trip hop band from Bristol Day One (Birds of Tokyo album), a 2007 album by Birds of Tokyo Day One (film), a 1989 television film Day One (Sarah Slean album), a 2004 album by Sarah Slean Day One (Snob Scrilla album) … Wikipedia
Day One — est un téléfilm américain réalisé en 1989. Diffusé pour la première fois sur CBS le 5 mars 1989, il raconte l histoire de la création de la première bombe atomique par une équipe de physiciens dirigés par Robert Oppenheimer pendant la… … Wikipédia en Français
day one — day′ one′ n. cvb (often caps.) the beginning; inception • Etymology: 1975–80 … From formal English to slang
Day One — n. [also d o ] Informal the beginning of some period … English World dictionary
day one — noun also day 1 Usage: often capitalized D&O : the first day of something : the beginning of an activity or enterprise the trip was great from day one * * * (often caps.) the very first day or beginning of something. [1975 80] * * * day one … Useful english dictionary
day one — N SING If something happens from day one of a process, it happens right from the beginning. If it happens on day one, it happens right at the beginning. This has been a bad inquiry from day one... On day one of the election campaign the National… … English dictionary
day one — n. the first day. □ You haven’t done anything right since day one! You’re fired! □ She was unhappy with her new car even on day one … Dictionary of American slang and colloquial expressions
day one — noun The very beginning Ive been with this project since day one … Wiktionary
day one — See from day one … English idioms
One Day, One Dream — Single by Tackey Tsubasa from the album 2wenty 2wo Released … Wikipedia
Day One (film) — Day One Directed by Joseph Sargent Written by David W. Rintels (teleplay) Starring Brian Dennehy David Strathairn Michael Tucker … Wikipedia