-
1 cross-over point
bundelknoop -
2 first beam cross-over point
eerste bundelknoopEnglish-Dutch technical dictionary > first beam cross-over point
-
3 cross-country
over heg en steg; van kust tot kustcross-country11 cross(-country) ⇒ terreinwedstrijd; 〈 atletiek〉 veldloop; 〈 wielrennen〉 veldrit; 〈 paardensport〉 cross-countryterreinrit; 〈 skiën〉 langlauf————————cross-country2〈bijvoeglijk naamwoord; bijwoord〉1 terrein- ⇒ veld-, door het veld♦voorbeelden:1 cross-country race/ride • terrein/veldloop/ritthe programme was broadcast cross-country • het programma werd landelijk uitgezonden -
4 cross one's arms/legs
cross one's arms/legszijn armen/benen over elkaar slaan -
5 cross-fire between
over en weer schietpartij -
6 cross
adj. boos; kruisend; tegengesteld--------n. kruis; lijden; mengsel; kruising (bij dieren)--------v. kruisen; oversteken; kruisigen; tegenwerkencross1[ kros]I 〈eigennaam; Cross; the〉2 kruis ⇒ beproeving, lijden♦voorbeelden:1 make the sign of the cross • een kruis(je) slaan/makentake up one's cross • gelaten zijn kruis dragen————————cross2〈bijvoeglijk naamwoord; crossness〉♦voorbeelden:————————cross31 (elkaar) kruisen/snijden♦voorbeelden:1 I'll meet you where the roads cross • ik tref je bij/op het kruispunt/de viersprong1 oversteken ⇒ over/doortrekken♦voorbeelden:2 een kruisteken maken op/boven3 (door)strepen ⇒ een streep trekken over/door, wegstrepen♦voorbeelden:1 cross one's arms/legs • zijn armen/benen over elkaar slaan2 cross oneself • een kruis(je) slaan/makencross out/off • doorstrepen/halen, schrappen 〈 ook figuurlijk〉 -
7 cross-legged
-
8 cross ball
breedte bal (een bal die over de breedte van een veld wordt gegooid) -
9 cross piece
n. dwarsstuk dat over de windas van een schip loopt met pinnen vastgemaakt om de uitrusting te beveiligen als dat nodig is -
10 sitting cross-legged
in oosterse zit zitten (met benen over elkaar gekruist zitten) -
11 bridge
n. brug; kaartspel "bridge"--------v. verbindenbridge1[ bridzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 neusrug♦voorbeelden:〈 spreekwoord〉 don't cross the bridge until you come to it • komen de tijden, komen de plagen; die dan leeft, die dan zorgtwe'll cross that bridge when we come to it • we zien wel als het zover isa lot of water has flowed under the bridge (since then) • er is (sinds die tijd) heel wat water naar de zee gestroomd————————bridge2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:→ bridge over bridge over/ -
12 fatally
adv. dodelijk; tot haar/zijn ongeluk, helaas[ feetlie]2 tot haar/zijn ongeluk ⇒ helaas♦voorbeelden:2 she tried, fatally, to cross the river • haar poging de rivier over te steken werd haar noodlottig -
13 heart
n. hart[ ha:t]3 geest ⇒ gedachten, herinnering4 hart ⇒ binnenste, gemoed5 kern ⇒ hart, essentie♦voorbeelden:(learn) by heart • uit het hoofd (leren)to his heart's content • naar hartenlustwin the hearts and the minds of the people • de sympathie van het volk veroverenhis heart is in the right place • hij heeft het hart op de juiste plaatswear one's heart on one's sleeve • zijn hart op de tong dragenheart and soul • met hart en zielshe had his health at heart • zijn gezondheid ging haar ter hartethey have their own interests at heart • zij hebben hun eigen belangen voor ogenhe put his heart (and soul) into his work • hij legde zich met hart en ziel op zijn werk toeset one's heart on something • zijn zinnen op iets zetten, iets dolgraag willenshe took it to heart • zij trok het zich aan, zij nam het ter harteat heart • in zijn hart, eigenlijkin one's heart of hearts • in het diepst van zijn hartwith all one's heart • van ganser hartenot have the heart • de moed niet hebbenlose heart • de moed verliezentake heart • moed vatten, zich vermannen¶ 〈 spreekwoord〉 the way to a man's heart is through his stomach • de liefde van een man gaat door de maagbless your heart • je bent een schatcross one's heart (and hope to die) • plechtig belovencry/weep one's heart out • tranen met tuiten huileneat one's heart out • wegkwijnen (van verdriet/verlangen)not find it in one's heart • het niet over zijn hart kunnen verkrijgen -
14 hot
adj. heet, warm; pikant, scherp; dat een discussie uitlokt; vers (met betrekking tot kleuren) heel licht, intense (zoals een "fel roze jurk"; opwindend, nieuw; gewelddadig, vurig (over muizek, enz.); (Slang) boos, woedend (Bv. "Pas op, de baas is woedend"); (Slang) gestolen ( Bv. "Tom heeft DVD apparatuur gestolen"); (Slang) lichamelijk aantrekkelijk--------adv. vol enthousiasme, vol vuurhot1[ hot] 〈bijvoeglijk naamwoord; hotter〉1 heet ⇒ warm, gloeiend; scherp, pikant; vurig, hartstochtelijk; heetgebakerd; 〈 informeel〉 geil, opgewonden; 〈informeel; techniek, technologie〉 radioactief♦voorbeelden:〈 voornamelijk meervoud〉 hot flush, 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉hot flash • opvlieger, opvlieging〈 slang〉 hot number • hete meid/bliksemwith two policemen in hot pursuit • met twee agenten op zijn hielen/in een wilde achtervolginghot spring/well • heet/warmwaterbrongo hot and cold • het (beurtelings) warm en koud krijgenhot and bothered • geërgerd, geprikkeldam I getting hot? • word ik warm? 〈 al radend〉like a cat on hot bricks/ 〈 Amerikaans-Engels〉 a hot tin roof • benauwd, niet op zijn gemaksell like hot cakes • als warme broodjes de winkel uitvliegenget hot under the collar • in drift/woede ontstekenstrike while the iron is hot • het ijzer smeden als het heet isa hot potato • een heet hangijzerdrop someone like a hot potato/coal • iemand als een baksteen laten vallenbe hot on someone's track/trail • iemand na op het spoor zijn/op de hielen zittenbe in/get into hot water • in de problemen zitten/rakenmake it/the place/things (too) hot for someone • iemand het vuur na aan de schenen leggennot so hot • niet zo goed/geweldighot on astrology • gek op/bedreven in astrologie————————hot2〈 bijwoord〉1 heet♦voorbeelden: -
15 mind
n. geest; verstand; hersenen; gedachte; herinneringsvermogen; opinie; wil--------v. er iets op tegen hebben; oppassen; letten op; voorzichtig zijn; er spijt van hebben; zich herinnerenmind1[ majnd]♦voorbeelden:speak one's mind • zijn mening zeggenin my mind • naar mijn meningbe in/of the same/one/a mind (on/about) • dezelfde mening toegedaan zijn (over)be in two minds (about) • het met zichzelf oneens zijn (omtrent)she is still of the same mind • zij is nog altijd dezelfde mening toegedaanto my mind • volgens mij2 nothing is further from my mind! • ik denk er niet aan!change one's mind • zich bedenkenmake up one's mind • tot een besluit komen2 verstand3 wil ⇒ lust, zin(nen)5 gevoel♦voorbeelden:have something on one's mind • iets op zijn hart hebbenwhat's on your mind? • waarover loop je te piekeren?drive someone out of his mind • iemand gek makenlose one's mind • gek wordenhave something in mind • iets van plan zijncross/enter one's mind • bij iemand opkomenget/put out of one's mind • uit zijn hoofd zettengive/put/set/turn one's mind to • zijn aandacht richten opread someone's mind • iemands gedachten lezenset one's mind to something • zich ergens op concentrerenit'll take my mind off things • het zal mij wat afleidenhis mind is on women • hij is met zijn gedachten bij de vrouwtjescast one's mind back (to) • terugblikken (op)come/spring to mind, come into one's mind • te binnen schietenkeep in mind • niet vergetenit slipped my mind • het is mij ontschotenwhom do you have in mind? • aan wie denk je?〈 informeel〉 it blew my mind • het verbijsterde me, ik stond er paf van————————mind2[ majnd]♦voorbeelden:→ mind out mind out/1 bezwaren hebben (tegen) ⇒ erop tegen zijn, zich storen aan♦voorbeelden:would you mind ringing? • zou je 's willen opbellen?would you mind? • zou je 't erg vinden?if you don't mind • als je er geen bezwaren tegen hebtI don't mind him • hij hindert me niet1 denken aan ⇒ bedenken, letten op2 zorgen voor ⇒ oppassen, bedienen♦voorbeelden:mind one's own business • zich met zijn eigen zaken bemoeiennever (you) mind • het gaat je niet aannever mind the expense • de kosten spelen geen rolnever mind what your father said • ongeacht wat je vader zei2 he couldn't walk, never mind run • hij kon niet lopen, laat staan rennen -
16 sword
n. zwaard[ so:d]1 zwaard ⇒ sabel, degen♦voorbeelden:draw the sword • naar het zwaard grijpenmeasure swords (against/with) • zijn krachten meten (met), de degen kruisen (met)put to the sword • over de kling jagen
См. также в других словарях:
Cross-over — auch: Cross|over 〈[krɔsoʊvə(r)] n. 15; unz.; Genetik〉 = Crossing over * * * Cross over, Cross|over [ krɔs|oʊvɐ ], das; [s], s [engl. cross over = Übergang]: 1. Vermischung unterschiedlicher [Musik]stile ( … Universal-Lexikon
Cross-over — Cross over, auch Cross|over [... ouvə] das; <zu ↑Crossing over>: 1. Vermischung unterschiedlicher [Musik]stile (z. B. Klassik u. Pop). 2. ↑Crossing over … Das große Fremdwörterbuch
Cross over — ist ein Musikfestival und eine Wettbewerbsveranstaltung für junge Nachwuchsbands und musiker, das seit 2003 alljährlich im Frühjahr in der thüringischen Kreisstadt Meiningen durchgeführt wird. Inititiiert und organisiert wird Cross over von der… … Deutsch Wikipedia
cross over — ► cross over (of an artist) begin to appeal to a wider audience. Main Entry: ↑cross … English terms dictionary
Cross-over — [kroßo̲uwer] s; [s]: 1) spiralige Überkreuzung und Austausch von Teilstücken der Chromosomen bei der Reifeteilung der Keimzellen (Genetik). 2) Austausch der Medikamente (Verum gegen Placebo und umgekehrt) im Doppelblindversuch … Das Wörterbuch medizinischer Fachausdrücke
Cross-over — Crossover Cette page d’homonymie répertorie les différents sujets et articles partageant un même nom … Wikipédia en Français
Cross over — Crossover Cette page d’homonymie répertorie les différents sujets et articles partageant un même nom … Wikipédia en Français
cross over — phrasal verb [intransitive] Word forms cross over : present tense I/you/we/they cross over he/she/it crosses over present participle crossing over past tense crossed over past participle crossed over 1) to stop supporting one group and start… … English dictionary
cross over — intransitive verb : to reach a broader audience crossed over to the pop charts * * * cross over [phrasal verb] cross over or cross over (something) 1 : to move or go from one side of (something) to the other The deer crossed over to the other… … Useful english dictionary
cross-over — and cross over appeal a film or production that is made for one audience, but may easily cross over to another unexpected audience; also refers to a film, actor, or production that appeals to different demographic groups or age groups and can … Glossary of cinematic terms
cross·over — /ˈkrɑːsˌoʊvɚ/ noun, pl overs [count] : a change from one style or type of activity to another The actor made a smooth crossover to politics. a rock musician s crossovers into jazz and soul music often used before another noun a successful… … Useful english dictionary