-
1 clerical
adj. van dominee, van predikant; van kantoorwerk[ klerrikl]1 geestelijk ⇒ klerikaal, kerkelijk♦voorbeelden:2 a clerical job • een administratieve baan, een kantoorbaan -
2 clerical
administratief -
3 clerical dress
-
4 clerical order
geestelijke stand/clerus -
5 clerical/executive officer
clerical/executive officer -
6 Clerical Union
Administratief Verbond (een verbond die de rijksambtenaren en de kantoor beambten verbinden) -
7 clerical error
schrijffout -
8 clerical job
kantoorbaan -
9 clerical work
ambtenaren werk,kantoorbaan (kantoorwerk) -
10 clerical cost
administratiekosten -
11 clerical staff
kantoorpersoneel -
12 clerical worker
hoofdarbeider -
13 a clerical job
een administratieve baan, een kantoorbaan -
14 in clerical garb
-
15 APEX
n. top, toppunt, climax; hoogste punt; diepst gelegen gedeelte van een wortel van een tand, laatste gedeelte van een wortel (tandheelkunde)[ eepeks] 〈 afkorting〉1 [Advance Purchase Excursion]2 〈 Brits-Engels〉 [Association of Professional, Executive, Clerical and Computer Staff] -
16 garb
n. dracht, kledij--------v. kledengarb1[ ga:b] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————garb2〈werkwoord; voornamelijk passief〉1 kleden♦voorbeelden: -
17 officer
n. officier; politieagent; verantwoordelijke[ offissə]♦voorbeelden:Officer of the Household • officier/beambte in de koninklijke hofhoudingmedical officer • ambtenaar van de gezondheidsdienstmedical officer • officier van gezondheidcommissioned officer • hoge officiernon-commissioned officer • onderofficier -
18 order
n. volgorde, orde; stand; bevel; bestelling--------v. ordenen; bestellen; bevelen; leidenorder1[ o:də]1 orde 〈 ook biologie, natuurkunde, wiskunde〉 ⇒ stand, rang, (sociale) klasse/laag; 〈 formeel〉 soort, aard2 (klooster/ridder)orde♦voorbeelden:clerical order • geestelijke stand/cleruspoetry of a high order • eersteklas poëzie〈 Brits-Engels〉 in/of/ 〈 Amerikaans-Engels〉 on the order of • in de orde (van grootte) van, ongeveer, om en (na)bij¶ 〈 Brits-Engels〉 an order to view • een bezichtigingsbriefje 〈 van makelaar gekregen, tot bezichtiging van huis〉take (holy) orders • (tot) priester (gewijd) worden〈 Amerikaans-Engels〉 on the order of • zoals, in de stijl van3 bestelling ⇒ order, levering(sopdracht)♦voorbeelden:make/issue an order • een bevel uitvaardigenobey orders • een bevel/bevelen gehoorzamen/opvolgentake one's orders from • zijn bevelen krijgen van/uitby order of • op bevel/in opdracht vanon doctor's orders • op doktersvoorschriftbe under orders to • bevel (gekregen) hebben teunder the orders of • onder bevel/aanvoering vanorder to pay • betalingsmandaatorder to transfer • (giro-)overschrijvingorder for payment • assignatie, betalingsopdrachtissue an order for the payment of • opdracht/order geven tot uitbetaling vancheque to order • cheque aan orderpayable to the order of • betaalbaar aan de order van3 two orders of French fries • twee porties friet/patatplace an order for something • iets bestellenbe on order • in bestelling/besteld zijn→ tall tall/1 (rang/volg)orde ⇒ op(een)volging2 ordelijke schikking/inrichting/toestand ⇒ orde(lijkheid), ordening; geregeldheid, netheid; 〈 leger〉 opstelling; stelsel, (maatschappij)structuur4 orde ⇒ tucht, gehoorzaamheid5 bedoeling ⇒ doel, intentie♦voorbeelden:in order of importance • volgens/in (volg)orde van belangrijkheidout of order • niet in/op volgordethe order of things • de orde der dingenin good order • piekfijn/netjes in ordeleave one's affairs in order • orde op zaken stellenput/set something in order • orde scheppen in ietsout of order • defect, buiten gebruik/werking3 Order! (Order!) • Tot de orde!rise to a point of order • een procedurekwestie stellencall someone to order • iemand tot de orde roepencall (a meeting) to order • een vergadering voor geopend verklaren〈 formeel〉 in order • in orde, in overeenstemming met de regels, geoorloofdbe out of order • buiten de orde/het reglement van orde gaan 〈 van spreker〉; (nog) niet aan de orde zijn 〈 van voorstel, zaak enz.〉keep order • de orde bewaren/handhavenin order to • om, teneinde————————order21 bevelen ⇒ het bevel hebben/voerenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ordenen ⇒ in orde brengen, (rang)schikken2 (een) bevel/order/opdracht geven ⇒ het bevel geven (tot); verordenen, gelasten; verzoeken om; voorschrijven 〈 van dokter〉♦voorbeelden:order someone a month's rest • iemand een maand rust voorschrijvenhe ordered the troops to open fire • hij gaf de troepen bevel het vuur te openen¶ order someone about/around • iemand (steeds) commanderen/voortdurend de wet voorschrijvenorder home • naar huis/het vaderland (terug)sturenorder someone off • van/uit het veld sturen 〈 van scheidsrechter〉order round • laten komen/halen→ order out order out/
См. также в других словарях:
clérical — clérical, ale, aux [ klerikal, o ] adj. et n. • XIIe; lat. clericalis → clerc 1 ♦ Relatif au clergé. Ordres cléricaux. 2 ♦ (1815) Qui a rapport au cléricalisme. Parti clérical. Journal clérical. N. Partisan du cléricalisme. ⇒fam. calotin. Des… … Encyclopédie Universelle
clerical — CLERICÁL, Ă, clericali, e, adj. Care aparţine clericilor sau clericalismului, privitor la clerici sau la clericalism. – Din fr. clérical, lat. clericalis. Trimis de ibogdank, 13.09.2007. Sursa: DEX 98 CLERICÁL adj. (bis.) ecleziastic, preoţesc … Dicționar Român
clerical — adjective accessory, ad administrationem pertimens, administrating, administrative, assistant, assisting, attendant, attending, auxiliary, ex officio, helping, instrumental, intermediary associated concepts: clerical acts, clerical duties,… … Law dictionary
clerical — cler‧i‧cal [ˈklerɪkl] adjective JOBS connected with office work, especially with keeping records or accounts and dealing with letters: • He held a series of undemanding clerical jobs. • A spokesman blamed a clerical error for material going to… … Financial and business terms
Clerical — Cler ic*al, a. [LL. clericalis. See {Clerk}.] 1. Of or pertaining to the clergy; suitable for the clergy. A clerical education. Burke. [1913 Webster] 2. Of or relating to a clerk or copyist, or to writing. Clerical work. E. Everett. [1913… … The Collaborative International Dictionary of English
Clerical — may refer to: Pertaining to a cleric Clerical script Clerical People s Party See also clerk (disambiguation) This disambiguation page lists articles associated with the same title. If an … Wikipedia
clérical — clérical, ale (klé ri kal, ka l ) adj. 1° Qui est propre aux ecclésiastiques. Tonsure cléricale. Les ordres cléricaux. Lettres cléricales, lettres écrites par le clergé d une église, lorsque le siége épiscopal est vacant. Autrefois, titre … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
clérical — CLÉRICAL, ALE. adj. Appartenant au Clerc, à l Ecclésiastique. L Ordre clérical. La Tonsure cléricale. Les fonctions cléricales. [b]f♛/b] On appelle Titre clérical, Le revenu dont chaque Clerc doit faire preuve avant d être ordonné. Voyez Titre … Dictionnaire de l'Académie Française 1798
clerical — adjetivo 1. Del clero o del clérigo: estado clerical. adjetivo,sustantivo masculino y femenino 1. Que es partidario entusiasta del clero: Sus ideas son muy clericales. Es un clerical de toda la vida … Diccionario Salamanca de la Lengua Española
clerical — [adj1] secretarial accounting, bookkeeping, clerkish, clerkly, office, pink collar*, scribal, stenographic, subordinate, typing, white collar*, written; concept 536 clerical [adj2] concerning clergy apostolic, canonical, churchly, cleric,… … New thesaurus
clerical — Clerical, [cleric]ale. adj. Appartenant au Clerc, ou Ecclesiastique. L Ordre Clerical. la Tonsure Clericale. les fonctions Clericales … Dictionnaire de l'Académie française