-
1 canaille
-
2 canaille
сброд; сволочь* * *сущ.общ. сброд, сволочь -
3 canaille
n. riffraff, rabble -
4 canaille
1) anhang2) pack3) pöbel -
5 loeder
canaille, gredin -
6 ploert
canaille, gredin -
7 rotzak
canaille, gredin -
8 schoelje
canaille, gredin -
9 schoft
canaille, gredin -
10 tuig
-
11 сброд
-
12 сволочь
-
13 een hond van een kerel
een hond van een kerel -
14 geboefte
-
15 gemenerik
-
16 hond
♦voorbeelden:zo dartel als een jonge hond • qui fait le jeune chienslapende honden wakker maken • éveiller le chat qui dorteen staande hond • un chien d'arrêtcommandeer je hond en blaf zelf! • je ne suis pas ton chien!de gebeten hond zijn • être la brebis galeuseeruitzien als een geslagen hond • avoir l'air d'un chien battudaar zouden de honden geen brood van lusten • c'est un vrai scandalede hond uitlaten • promener son chiende hond in de pot vinden • danser devant le buffetJan loopt mij achterna als een hond(je) • Jean me suit comme un canichezo moe zijn als een hond • être mort de fatiguehij is zo ziek als een hond • il est malade comme un chienbehandeld worden als een hond • être traité comme un chien〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 iemand ontvangen gelijk een hond in een kegelspel • recevoir qn. comme un chien dans un jeu de quilles〈 spreekwoord〉 als twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen • c'est le troisième larron〈 spreekwoord〉 het maakt niet uit of je van de hond of de kat gebeten wordt • il vaut autant être mordu d'un chien que d'une chienne〈 spreekwoord〉 men moet geen slapende honden wakker maken • il ne faut pas réveiller le chat qui dort〈 spreekwoord〉 met onwillige honden is het kwaad hazen vangen • on ne saurait faire boire un âne qui n'a pas soif〈 spreekwoord〉 wie een hond wil slaan, vindt licht een stok • qui veut noyer son chien l'accuse de la rage2 ondankbare hond! • espèce d'ingrat!stomme hond! • imbécile!een hond van een kerel • une canaille -
17 lichtschuw gespuis
lichtschuw gespuis -
18 lichtschuw
〈 figuurlijk〉♦voorbeelden: -
19 tuig
♦voorbeelden:2 werkschuw tuigwat is dat voor tuig (van de richel)? • qu'est-ce que c'est que cette racaille? ↓ tire-au-cul, tire-au-flanc -
20 vuil
vuil1〈 het〉♦voorbeelden:1 iemand behandelen als een stuk vuil • traiter qn. comme un chiengrof vuil • objet encombrant mis au rebutergens voor oud vuil liggen • être abandonné de toushet vuil afkrabben • gratter la crasse〈 figuurlijk〉 met vuil gooien naar iemand • noircir qn.————————vuil21 [algemeen] sale2 [vervuild] pollué3 [bedorven] gâté4 [vuil makend] salissant♦voorbeelden:1 vuile dief! • sale voleur!een vuil gezicht zetten • prendre un air hargneuxvuile hond! • canaille!vuile schooier! • salaud!een vuile vent • un sale typevuil weer • un sale tempseen vuile zaak, een vuil zaakje • une histoire sordideiemand vuil aankijken • jeter un regard noir à qn.zich vuil maken • se salirvuil in de mond zijn • être ordurierhet vuile werk opknappen • faire le sale boulot
- 1
- 2
См. также в других словарях:
canaille — [ kanaj ] n. f. et adj. • v. 1470; it. canaglia, de cane « chien » 1 ♦ (Collect.) Vieilli Ramassis de gens méprisables ou considérés comme tels. ⇒ pègre, populace, racaille. « Il aimait à fréquenter la canaille » (France). ⇒ s encanailler. 2 ♦… … Encyclopédie Universelle
canaille — CANAILLE. s. f. collectif. Terme de mépris, qui se dit De la plus vile populace. Il n y avoit point là d honnêtes gens, il n y avoit que de la canaille. Toute la canaille s attroupa dans la place publique. C est un bateleur qui amuse la canaille … Dictionnaire de l'Académie Française 1798
Canaille — Ca*naille , n. [F. canaille (cf. It. canaglia), prop. and orig. a pack of dogs, fr. L. Canis dog.] 1. The lowest class of people; the rabble; the vulgar. [1913 Webster] 2. Shorts or inferior flour. [Canadian] [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Canaille — (franz., spr. náj , nállje), »Hundepack«, Lumpenpack; auch verächtliche Bezeichnung einer einzelnen Person; jemand en canaille behandeln, wegwerfend, verächtlich behandeln; canaillös, niederträchtig, spitzbübisch … Meyers Großes Konversations-Lexikon
canaille — rabble, from Fr. canaille (16c.), from It. canaglia, lit. a pack of dogs, from cane dog … Etymology dictionary
Canaille — (fr., spr. Kanallj), 1) gemeines Volk aus der niedrigsten Klasse; 2) niedriges Schimpfwort liederlicher, lasterhafter Leute aus der untersten Klasse; daher Canaillös, liederlich, nichtswürdig; Canaillerie, niedriges, schändliches Betragen … Pierer's Universal-Lexikon
Canaille — (frz., spr. kannáj), Lumpenpack, Gesindel … Kleines Konversations-Lexikon
Canaille — (frz. Canaljʼ), Nichtswürdiger, Gesindel, Pöbel; Canaillerien, Nichtswürdigkeiten, Pöbeleien; canaillös, nichtswürdig, pöbelhaft … Herders Conversations-Lexikon
canaille — index populace Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
canaille — Canaille, Canes, Faex ciuitatis … Thresor de la langue françoyse
canaille — [kə nāl′; ] Fr [ kȧ nä′y ] n. [Fr, a mob, pack of dogs < It canaglia < L canis, dog: see HOUND1] the mob; rabble … English World dictionary