-
1 bruusk
abrupto; abrupto -
2 bluff
adj. bruusk en openhartig, simpel--------n. steile oever, klif; blufbluff1[ bluf] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hoge, steile oever ⇒ steile rotswand, klif2 bluf♦voorbeelden:1 call one's bluff • iemand tarten/uitdagen (zijn woorden waar te maken/iets (dan ook) te doen); iemands uitdaging aannemen————————bluff2〈bijvoeglijk naamwoord; bluffness〉1 kortaf maar oprecht/openhartig ⇒ bruusk/plompverloren maar ronduit/eerlijk♦voorbeelden:————————bluff3II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 misleiden ⇒ bedriegen, doen alsof♦voorbeelden:2 bluff one's way out of a situation • zich (door bluf/bedrog) uit een (precaire) situatie redden〈 informeel〉 bluff it out • zich door bedrog/bluf eruit redden -
3 brusque
-
4 abrupt
-
5 schroff
-
6 бесцеремонный
adjgener. ongegeneerd, brusk, bruusk, familiaar, onhebbelijk -
7 грубый
adj1) gener. hondsbrutaal (Er wordt gezegd dat de jeugd van tegenwoordig hondbrutaal is), groof, bars, boers, bot, bruut, grof, hannekemaaier, onzacht, plomp, rauw, rauwig, ruig, mop, Spaans, bokachtig, brusk, bruusk, buffelachtig, croupier, een ongelikte beer, gemeen, globaal (о подсчёте), grovelijk, hardhandig, honds, onbeschaafd, onbeschoft, onhebbelijk, ploertig, pummelachtig, pummelig, roffelig, rouw, ruw, stroef, vlegelachtig2) liter. onbehouwen3) law. grove (правильная словарная форма: grof) -
8 резкий
adj1) gener. (о фото) haarscherp, fel, fijn, hard, kras, nestig, scherp, schril, snijdend, stroef, schel, bars (об обращении), bits, brusk, bruusk, doordringend, guur, kattig, nijpend (о холоде), rauw, schelklinkend, schril (о свете, контрасте), stug, vinnig (о холоде), vlijmscherp2) liter. bitter, gezouten, kantig -
9 abrupt
adj. opeens; aanhankelijk; kort; gedeeltelijk[ əbrupt] 〈 abruptness〉1 bruusk ⇒ abrupt, plots(eling)3 hortend4 steil♦voorbeelden: -
10 brusk
-
11 gruff
-
12 offhanded
-
13 brusque
brusque [bruusk]2 plotseling ⇒ onverwacht(s), onverhoedsadj1) bars, nors, kortaf2) plotseling, onverwacht -
14 abrupto
abrupt, bruusk, kortafDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > abrupto
-
15 abrupt
1) steil2) abrupt3) kortaf4) bruusk -
16 burdus
1) kortaf2) abrupt3) stomp4) steil5) bruusk -
17 kantig
1) steil2) kantig3) abrupt4) bot5) kortaf6) bruusk -
18 plötsligt
1) bruusk2) plotseling3) kortaf4) abrupt5) steil -
19 tvär
1) bot2) kortaf3) steil4) abrupt5) vierkant6) bruusk -
20 brüsk
- 1
- 2
См. также в других словарях:
brüsk — Adj std. (18. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus frz. brusque, dieses aus it. brusco stachlig, rauh , das wohl aus Bezeichnungen für Pflanzen mit rauher Oberfläche (etwa it. brusco Mäusedorn ) stammt. Verb: brüskieren. Ebenso nndl. bruusk, ne.… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
