-
1 brutaliteit
♦voorbeelden: -
2 brutaliteit
♦voorbeelden:1 hij heeft de brutaliteit te zeggen dat ik lieg • he has the cheek/nerve to say that I'm lying -
3 brutaliteit
наглость; дерзость; нахальство; заносчивость; жестокость; дерзость, наглость, нахальство* * *v -enнаглость ж, дерзость ж* * *сущ.общ. жестокость, наглость, дерзость, заносчивость, нахальство -
4 brutaliteit
n. cheekiness, impudence, insolence, arrogance, disrespect, rudeness -
5 brutaliteit
-
6 brutaliteit
cheek -
7 brutaliteit
küstahlık s -
8 een dusdanige brutaliteit
een dusdanige brutaliteit -
9 hij heeft de brutaliteit te zeggen dat ik lieg
hij heeft de brutaliteit te zeggen dat ik liegDeens-Russisch woordenboek > hij heeft de brutaliteit te zeggen dat ik lieg
-
10 een dusdanige brutaliteit
een dusdanige brutaliteitVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een dusdanige brutaliteit
-
11 hij heeft de brutaliteit te zeggen dat ik lieg
hij heeft de brutaliteit te zeggen dat ik lieghe has the cheek/nerve to say that I'm lyingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij heeft de brutaliteit te zeggen dat ik lieg
-
12 наглость
brutaliteit -
13 cool cheek
brutaliteit -
14 audacity
n. dapperheid, roekeloosheid, brutaliteit[ o:dæsətie]I 〈telbaar zelfstandig naamwoord; meervoud: audacities〉3 vrijpostigheid ⇒ brutaliteit, onbeschoftheid -
15 cheek
n. wang; brutaliteit--------v. wang; koon; brutaliteitcheek1[ tsjie:k]♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 don't give me any of your cheek! • doe niet zo brutaal jij!have the cheek to • het lef hebben om (te)————————cheek2〈 werkwoord〉 -
16 chutzpah
n. (Jiddisch) lef, durf, brutaliteit -
17 front
adj. voorste; voor- (deur); eerste (pagina)--------interj. naar front, vooruit!--------n. voorkant, voorste deel; gezicht; front; bedekking; brutaliteit, waaghalzerij; strand; voorzijde--------v. naar voren komen, uitzien; het lef hebbenfront1[ frunt] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 voorkant ⇒ voorzijde, voorste gedeelte4 (strand)boulevard ⇒ promenade langs het strand/de rivier♦voorbeelden:come to the front • naar voren komenthe driver sits in (the) front • de bestuurder zit voorinin front of • voor, in aanwezigheid vanon all fronts • op alle fronten, in alle opzichtenhe has to maintain a front • hij moet de schijn ophoudenthe restaurant serves as a front for drug-trafficking • het restaurant dient als dekmantel voor handel in drugs————————front21 voorst ⇒ eerst, voor-2 façade- ⇒ camouflage-, mantel-♦voorbeelden:front garden • voortuinfront runner • koploperbe in the front rank • op de eerste rij zitten, belangrijk zijn¶ up front • eerlijk, rechtdoorzee————————front3〈 werkwoord〉1 uitzien♦voorbeelden:————————front4〈 bijwoord〉♦voorbeelden: -
18 nerve
n. zenuw; moed; geestkracht; brutaliteit--------v. zich moed inspreken; de moed verliezen; besluiteloos wordennerve1[ nə:v]1 zenuw♦voorbeelden:2 you've got a nerve! • jij durft, zeg!he had the nerve to tell me he's been married before • hij presteerde het me te zeggen dat hij al eens eerder getrouwd is geweest♦voorbeelden:♦voorbeelden:————————nerve2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:1 nerve oneself for • zich oppeppen voor/moed inspreken om -
19 sass
-
20 sauce
n. saus; specerij; brutaliteit (spreektaal); puree; toevoegsel van groente bij vlees--------v. sauzen; brutaal zijn (slang); verzachten (van vonnis)sauce1♦voorbeelden:¶ 〈 spreekwoord〉 what's sauce for the goose is sauce for the gander • gelijke monniken, gelijke kappen————————sauce2
См. также в других словарях:
brutaliteit — drey ay … Woordenlijst Sranan