-
1 boot
♦voorbeelden:hij is met de boot weg • il est parti en bateaude boot naar Breskens • le bateau pour Breskensuit de boot vallen • 〈 niet meer meedoen〉 rester sur la touche; 〈 zijn positie verliezen〉 être mis sur la touche〈 figuurlijk〉 de boot is aan! • ça va barder!de boot ingaan • rater son coupiemand in de boot nemen • mener qn. en bateauzich in de boot laten nemen • faire un marché de dupes -
2 boot
-
3 boot
barque, bateau, navire -
4 daar komt de boot de haven in
daar komt de boot de haven in -
5 de boot afhouden
de boot afhouden -
6 de boot halen
de boot halen -
7 de boot heeft passagiersaccommodatie voor tien reizigers
de boot heeft passagiersaccommodatie voor tien reizigersDeens-Russisch woordenboek > de boot heeft passagiersaccommodatie voor tien reizigers
-
8 de boot ingaan
de boot ingaan -
9 de boot is aan!
de boot is aan!ça va barder! -
10 de boot missen
de boot missen -
11 de boot naar Breskens
de boot naar Breskens -
12 de boot stak (van wal) af
de boot stak (van wal) af -
13 de eerstvolgende boot is volgeboekt
de eerstvolgende boot is volgeboektDeens-Russisch woordenboek > de eerstvolgende boot is volgeboekt
-
14 de veerman stuurde de boot van de wal af
de veerman stuurde de boot van de wal afDeens-Russisch woordenboek > de veerman stuurde de boot van de wal af
-
15 een boot afzetten
een boot afzetten -
16 een boot met buitenboordmotor
een boot met buitenboordmotor -
17 een boot met vijf roeiers
een boot met vijf roeiers -
18 een boot tuft voorbij
een boot tuft voorbij -
19 ga je vliegen of neem je de boot?
ga je vliegen of neem je de boot?tu prends l'avion ou le bateau?Deens-Russisch woordenboek > ga je vliegen of neem je de boot?
-
20 het water drong door de bodem in de boot
het water drong door de bodem in de bootDeens-Russisch woordenboek > het water drong door de bodem in de boot
См. также в других словарях:
Boot — (et) … Kölsch Dialekt Lexikon
boot — boot·er; boot·ery; boot·heel; boot; boot·hose; boot·leg·ger; boot·less; boot·lick·er; boot·man; free·boot; free·boot·er; gum·boot·ed; boot·lick; boot·strap; boot·a·ble; boot·less·ly; boot·less·ness; fire·boot; … English syllables
Boot — Ein Boot ist ein Fahrzeug, das nach dem Archimedischen Prinzip auf dem Wasser, oder als U Boot exakt ausbalanciert, ebenfalls nach dem Archimedischen Prinzip, in einer von der Besatzung exakt definierbaren Tiefe im Wasser schwimmt.… … Deutsch Wikipedia
Boot — Boot, kleine Fahrzeuge mit geringem Tiefgang für den Kleinverkehr, unter sich in Größe, Form und Bauart sehr verschieden; sie werden durch Riemen (Ruder), häufig auch durch Segel und Dampfkraft, durch Petroleummotoren oder elektrisch bewegt… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
boot — n [obsolete or dialect boot compensation, from Old English bōt advantage, compensation]: additional money or property received to make up the difference in an exchange of business or investment property that is of like kind but unequal in value ◇ … Law dictionary
boot — Ⅰ. boot [1] ► NOUN 1) a sturdy item of footwear covering the foot and ankle, and sometimes the lower leg. 2) informal a hard kick. 3) Brit. a space at the back of a car for carrying luggage. ► VERB 1) kick hard. 2) … English terms dictionary
Boot — (b[=oo]t), n. [OE. bot, bote, advantage, amends, cure, AS. b[=o]t; akin to Icel. b[=o]t, Sw. bot, Dan. bod, Goth. b[=o]ta, D. boete, G. busse; prop., a making good or better, from the root of E. better, adj. [root]255.] 1. Remedy; relief; amends; … The Collaborative International Dictionary of English
Boot-CD — Boot CD, eine CD, mit deren Hilfe ein Computer in Betrieb genommen werden kann (Booten), ohne auf Daten der Festplatte zugreifen zu müssen. Auf ihr sind die wichtigsten Teile eines Betriebssystems gespeichert, die dann vom Boot Sektor dieser CD … Universal-Lexikon
boot — [buːt] also boot up verb COMPUTING 1. [intransitive] if a computer boots, it starts working and is ready to use: • The machine takes a long time to boot up. 2. [transitive] to make a computer ready to be used by getting all the programs it nee … Financial and business terms
Boot — Boot, n. [OE. bote, OF. bote, F. botte, LL. botta; of uncertain origin.] 1. A covering for the foot and lower part of the leg, ordinarily made of leather. [1913 Webster] 2. An instrument of torture for the leg, formerly used to extort confessions … The Collaborative International Dictionary of English
Boot — Boot: Das im 16. Jh. aus der niederd. Seemannssprache übernommene Wort geht zurück auf mnd. bōt, das – wie auch niederl. boot – aus mengl. bot entlehnt ist (vgl. engl. boat). Voraus liegt aengl. bāt »Boot, Schiff«, dem die gleichbedeutenden… … Das Herkunftswörterbuch