-
1 book shelf
boekenplank -
2 bookshelf
-
3 shelf
n. plank; platte rand; uitsteeksel; boekenplank; zandbank♦voorbeelden:¶ 〈 informeel〉 be (put/left) on the shelf • afgeschreven worden; in onbruik raken, afgedankt worden; blijven zitten, niet meer aan een man raken 〈 van vrouw〉→ continental continental/ -
4 stack
n. stapel; (in computers) wachtrij, opslagplaats, een deel van het geheugen waar informatie wordt bewaard en waaruit deze in omgekeerde volgorde kan worden opgevraagd; boekenplank; schoorsteen--------v. opstapelen, op een hoop leggenstack1[ stæk] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (hooi/hout)mijt ⇒ (hooi)opper/berg♦voorbeelden:————————stack2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
5 bookrack
n. boekenplank, boekenrek
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский