-
1 blindelings
♦voorbeelden:1 zich ergens blindelings in storten • se lancer à corps perdu dans qc.iemand blindelings vertrouwen • avoir une confiance aveugle en qn.blindelings de weg kunnen vinden • connaître son chemin les yeux fermésblindelings te werk gaan • procéder sans réfléchir -
2 blindelings
à l'aveuglette, aveuglément, en aveugle -
3 blindelings de weg kunnen vinden
blindelings de weg kunnen vindenDeens-Russisch woordenboek > blindelings de weg kunnen vinden
-
4 blindelings te werk gaan
-
5 iemand blindelings vertrouwen
iemand blindelings vertrouwenavoir une confiance absolue en qn.————————iemand blindelings vertrouwenavoir une confiance aveugle en qn. -
6 zich ergens blindelings in storten
zich ergens blindelings in stortense lancer à corps perdu dans qc.Deens-Russisch woordenboek > zich ergens blindelings in storten
-
7 vertrouwen
vertrouwen1〈 het〉♦voorbeelden:iemands vertrouwen genieten • jouir de la confiance de qn.ergens geen vertrouwen in hebben • ne pas avoir confiance en qc.zijn vertrouwen in iemand opzeggen • retirer à qn. sa confianceiemand zijn vertrouwen schenken, vertrouwen stellen in iemand • faire confiance à qn.zijn vertrouwen stellen in iets • avoir confiance en qc.het vertrouwen verliezen in … • perdre la confiance en …vertrouwen wekken • inspirer confianceiemand iets in vertrouwen zeggen • confier qc. à qn.iemand in vertrouwen nemen • mettre qn. dans la confidencegoed van vertrouwen zijn • être d'un naturel confiant————————vertrouwen2♦voorbeelden:1 iemand blindelings vertrouwen • avoir une confiance absolue en qn.hij is niet te vertrouwen • on ne peut pas lui faire confianceiets niet vertrouwen • se méfier de qc.op zijn geluk vertrouwen • avoir confiance en sa bonne étoileop zijn intuïtie vertrouwen • se fier à son intuitionik vertrouw erop dat het in orde komt • j'ose espérer que ça s'arrangera
См. также в других словарях:
Fisch — 1. Abgestandene Fisch will Gott nicht haben auf seinen Tisch. – Parömiakon, 2653. 2. Alle fische im Meere stehen Gott zu gebot. – Petri, II, 5. 3. Alle Fische schnellen den Schwanz, selbst das Alte Weib1. – Wullschlägel. 1) Name eines Fisches. –… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon