-
21 notch
n. inkeping; snede; graad--------v. inkepen; snijdennotch1[ notsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:2 an excellent play, notches above his other writings • een uitstekend stuk, met kop en schouders uitstekend boven zijn andere werk————————notch2〈 werkwoord〉1 (in)kepen ⇒ (in)kerven, insnijden♦voorbeelden:2 his films notched him a place in ‘Cinema a Critical Dictionary’ • zijn films leverden hem een plaats op in ‘Cinema a Critical Dictionary’ -
22 pull down
vernielen, vernietigen, naar beneden halenpull down♦voorbeelden: -
23 pull in
-
24 scoop in/up
scoop in/up -
25 intromit
v. binnenhalen
Страницы
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Чемпионат Европы по футболу 2020 — Эта статья или раздел содержит информацию о предстоящем спортивном событии по футболу, которое состоится через 8 лет. С началом события содержание статьи, возможно, будет изменяться … Википедия