-
101 Böse
Böse〈m.; Bösen〉 〈 formeel〉1 Boze, Satan————————Böse(s)〈bijvoeglijk naamwoord als zelfstandig naamwoord; o.〉♦voorbeelden:1 ich ahne schon Böses! • ik voorzie niet veel goeds!jemandem (etwas) Böses antun • iemand kwaad doen¶ etwas nur im Bösen erreichen • iets alleen onder dwang, met geweld bereiken -
102 Böses
Böse(s)〈bijvoeglijk naamwoord als zelfstandig naamwoord; o.〉♦voorbeelden:1 ich ahne schon Böses! • ik voorzie niet veel goeds!jemandem (etwas) Böses antun • iemand kwaad doen¶ etwas nur im Bösen erreichen • iets alleen onder dwang, met geweld bereiken -
103 Bündnisgrüne
Bündnisgrüne(r)〈bijvoeglijk naamwoord als zelfstandig naamwoord; meestal meervoud〉 〈 politiek〉 -
104 Bündnisgrüner
Bündnisgrüne(r)〈bijvoeglijk naamwoord als zelfstandig naamwoord; meestal meervoud〉 〈 politiek〉 -
105 Büroangestellte
Büroangestellte(r)1 employé, kantoorbediende ⇒ administratief medewerk(st)er -
106 Büroangestellter
Büroangestellte(r)1 employé, kantoorbediende ⇒ administratief medewerk(st)er -
107 Datenschutzbeauftragte
Datenschutzbeauftragte(r) -
108 Datenschutzbeauftragter
Datenschutzbeauftragte(r) -
109 Dauerarbeitslose
-
110 Dauerarbeitsloser
-
111 Delegierte
-
112 Delegierter
-
113 Deputierte
Deputierte(r) -
114 Deputierter
Deputierte(r) -
115 Deutscher
Deutsche(r)♦voorbeelden: -
116 Dicke
-
117 Dicker
-
118 Dienstälteste
Dienstälteste(r) -
119 Dienstältester
Dienstälteste(r) -
120 Drogenabhängige
Перевод: с немецкого на все языки
со всех языков на немецкий- Со всех языков на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский
bijvoeglijk+naamwoord+als+zelfstandig+naamwoord
Страницы