-
1 bijgevoegd
beigefügt -
2 bijgevoegd
adj. adjective -
3 прилагаемый
Русско-голландский словарь коммерческих терминов > прилагаемый
-
4 приложенный
Русско-голландский словарь коммерческих терминов > приложенный
-
5 прилагаемый
Русско-голландский словарь коммерческих терминов > прилагаемый
-
6 приложенный
Русско-голландский словарь коммерческих терминов > приложенный
-
7 associate
adj. toegevoegd, bijgevoegd--------n. deelgenoot, vennoot, compagnon--------v. associëren; verbinden; samenvatten; deelnemen; (in computers verbinden of koppelen met een bepaalde drie-letter extentie van een computer bestandassociate1[ əsoosjiət, -sjət] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 (met)gezel ⇒ kameraad, makker————————associate21 toegevoegd ⇒ bijgevoegd, mede-♦voorbeelden:————————associate3[ əsoosjie▪eet, əsoosie-]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 associate oneself with • zich verenigen met/aansluiten bijI always associate this with my earliest childhood • dat doet me altijd aan mijn vroegste kinderjaren denkenclosely associated with • nauw betrokken bij -
8 added
adj. toegevoegd (er aan toegevoegd), bijgevoegd; extra -
9 appurtenant
adj. van aanhangsel, bijgevoegd; toebehorend -
10 annexe
-
11 joint
joint1 [zĵwẽ]〈m.〉1 voeg ⇒ naad, las, verbinding♦voorbeelden:joint d'étanchéité • afdichting, pakking(ring)trouver le joint • de zaak van de juiste kant aanpakken————————joint2 [zĵwẽ]1 samengevoegd ⇒ verenigd, verbonden2 toegevoegd (aan) ⇒ bijgevoegd, ingesloten♦voorbeelden:les pieds joints • met aaneengesloten voeten→ piècem1) naad, voeg2) koppeling3) pakking, afdichting4) joint [hasj] -
12 postiche
-
13 conjoint
conjoint1 [kõzĵwẽ],conjointe [kõzĵwẽt]〈m., v.〉 〈 formeel〉1 echtgenoot, -genote♦voorbeelden:————————conjoint2 [kõzĵwẽ]♦voorbeelden: -
14 bijbehorend
-
15 Einlage
-
16 Merkblatt
-
17 anbei
anbei1 ingesloten, bijgaand, bijgevoegd -
18 beiliegen
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Нидерландский
- Французский