-
1 admiration
admiration [aadmieraasjõ]〈v.〉1 bewondering ⇒ opgetogenheid, verrukking♦voorbeelden:être en admiration devant qn. • vol bewondering zijn voor iemandf -
2 béant
béant [bee.ã]♦voorbeelden:adjgapend, wijd open -
3 commander
commander [kommãdee]1 het bevel voeren (over) ⇒ bevelen, zeggenschap hebben (over), gezag uitoefenen (over)♦voorbeelden:commander à qn. de se taire • iemand bevelen zijn mond te houdenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 het bevel voeren over ⇒ bevelen, heersen (over)2 (ver)eisen ⇒ verlangen, noodzakelijk maken5 in werking stellen ⇒ aandrijven, bedienen♦voorbeelden:commander que 〈+ aanvoegende wijs〉 • verlangen, vereisen dat♦voorbeelden:1. v1) bevelen, heersen (over)2) beheersen, beteugelen3) (ver)eisen, verlangen4) bestellen5) in werking stellen, bedienen2. se commandervmet elkaar in verbinding staan [kamers] -
4 estime
estime [estiem]〈v.〉1 achting ⇒ respect, bewondering♦voorbeelden:être en grande estime • in hoog aanzien staanfachting, respect -
5 exclamer
exclamer (s') [eksklaamee]〈 werkwoord〉1 uitroepen ⇒ uitschreeuwen, kreten slaken♦voorbeelden:exclamer sur qc. • z'n bewondering, verbazing uiten over ietsv( s'exclamer) uitroepen, kreten slaken -
6 pardon
(je vous demande) pardonneem me niet kwalijk, pardon, sorry————————pardon [paardõ]〈m.〉1 vergeving ⇒ vergiffenis, kwijtschelding♦voorbeelden:Grand pardon • Grote Verzoendagmille pardons • neemt u mij niet kwalijk(je vous demande) pardon • neem me niet kwalijk, pardon, sorryil n'y a pas de pardon • niets blijft gespaardpardon? • pardon?, sorry?1. m 2. pardon!interj3. pardon?interj -
7 admiratif
admiratif [aadmieraatief] -
8 ah
ah [aa]1 〈 blijdschap, smart, bewondering, ongeduld enz.〉ah! ⇒ o!, och!, zo!, ha!♦voorbeelden:1 ah bon! • ach zo!, ja, ja!, hee, ik begrijp 't!, wat leuk, vervelend nou!ah! non! • absoluut niet!ah oui? • o ja?ah qu'est-ce que tu es embêtant! • God, wat ben je weer vervelend! -
9 commander l'admiration
commander l'admiration -
10 exclamer sur qc.
exclamer sur qc.z'n bewondering, verbazing uiten over iets -
11 ils étaient béants d' admiration
ils étaient béants d' admirationDictionnaire français-néerlandais > ils étaient béants d' admiration
-
12 oh!
oh! [oo]〈tussenwerpsel; ook m.〉1 〈 uiting van verbazing, bewondering enz.〉o! ⇒ och!, ach!♦voorbeelden:oh! là(là)! • ach jee!, o jee! -
13 pardon!
pardon!allemachtig! 〈 uitroep van bewondering〉 -
14 son courage fait l'admiration de tout le monde
son courage fait l'admiration de tout le mondeDictionnaire français-néerlandais > son courage fait l'admiration de tout le monde
-
15 vouer
-
16 vouer admiration à qn.
vouer (une) admiration à qn. -
17 être en admiration devant qn.
être en admiration devant qn.Dictionnaire français-néerlandais > être en admiration devant qn.
См. также в других словарях:
Cyriel Verschaeve — Statue in Alveringem Born 30 April 1874(1874 04 30) Ardooie Died 8 November 1949 … Wikipedia