-
1 hij had zich bevuild
hij had zich bevuildVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij had zich bevuild
-
2 trash-strewn
bevuild met vuilnis -
3 flyblown
-
4 unclean
-
5 becoming defiled
Bevuiling, verontreiniging (bevuild zijn, verontreinigd zijn) -
6 soiling
n. het vuil maken, het besmetten; het voederen van het vee met groen veevoeder in de stal (Landbouw); onbedoelde uitscheiding van faeces, onbedoelde of onwillekeurige uitscheiding van grote behoefte bij kinderen die ouder zijn dan vier jaar en waarbij de kleren bevuild worden -
7 bescheten
-
8 besmet
-
9 besmettelijk
2 [gemakkelijk bevuild kunnende worden] (be) easily soiled♦voorbeelden: -
10 bevuilen
-
11 erdig
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский