-
1 contentement
contentement [kõtãtmã]〈m.〉1 voldaanheid ⇒ tevredenheid, blijdschap♦voorbeelden:contentement de soi • zelfvoldaanheidm1) tevredenheid, blijdschap2) bevrediging [behoefte] -
2 satisfaction
satisfaction [saatiesfaaksjõ]〈v.〉1 voldoening ⇒ tevredenheid, genoegen♦voorbeelden:donner satisfaction • voldoen, voldoening gevenà la satisfaction générale • tot ieders tevredenheid2 donner, obtenir satisfaction • genoegdoening geven, krijgenf1) voldoening, tevredenheid2) bevrediging -
3 assouvissement
-
4 gratification
gratification [graatiefiekaasjõ]〈v.〉♦voorbeelden:
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский