-
1 beschämen
beschämen -
2 bring shame on
beschamen -
3 trahir
trahir [traa.ier]1 verraad plegen ⇒ overlopen, deserterenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verraden ⇒ verloochenen, verzaken♦voorbeelden:2 tot uiting komen ⇒ zich uiten, zich openbarenv1) overlopen, deserteren2) verraden3) beschamen4) ontrouw zijn -
4 abash
-
5 enttäuschen
enttäuschen♦voorbeelden:〈informeel; schertsend〉 angenehm enttäuscht sein • aangenaam verrast zijn, het zich erger voorgesteld hebben -
6 конфузить
vgener. beschamen -
7 обманывать
v1) gener. voor de zot houden (фламандский), tillen, voor de gek houden, afzetten, beduivelen, beduvelen, beethebben, beliegen, beschamen (надежды), frauderen, knoeien, oplichten, verschalken, (iem.) er door halen (кого-л.), (iem.) in de nek zien, (iem.) in de nek zien (кого-л.), (iem.) knolien voor citroenen verkopen (кого-л.), (iem.) om de tuin leiden (кого-л.), bedriegen, bedrog plegen, begoochelen, duperen, fraude plegen, (только inf) lorrendraaien, misleiden, mystificeren, voorspiegelen2) colloq. linken, verlakken, vernikkelen, bedonderen, bedotten, beetnemen3) liter. (iem.) een rad voor de ogen draaien, (iem.) tuk hebben (кого-л.), goochelen4) rude.expr. belazeren -
8 пристыжать
vgener. beschamen, beschaamd maken -
9 disgrace
n. schande, beschaming--------v. schande brengen, beschamendisgrace1[ disgrees] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 schande ⇒ eerverlies, ongenade♦voorbeelden:I have fallen into disgrace with him • ik ben bij hem uit de gunst geraaktbe in disgrace • uit de gratie zijnthey are a disgrace to our school • ze maken onze school te schande————————disgrace2〈 werkwoord〉1 te schande maken ⇒ onteren, een slechte naam bezorgen♦voorbeelden:they disgraced themselves by their behaviour • ze hebben zich te schande gemaakt door hun gedrag -
10 dishonour
-
11 shame
n. schaamte; schande--------v. schamen; schaamte voelen; beschaamd maken; te schande makenshame1[ sjeem]I 〈telbaar zelfstandig naamwoord; alleen enkelvoud〉2 zonde♦voorbeelden:¶ what a shame! • het is een schande!; wat jammer!2 schande ⇒ smaad, vernedering♦voorbeelden:have no shame • geen schaamte kennendon't you feel shame at having told lies? • schaam je je niet dat je leugens verteld hebt?for shame • uit schaamtebe past shame • geen schaamte meer kennenbe dead/lost to shame • alle schaamte verloren hebbencry shame on someone • schande van iemand sprekento my shame • tot mijn (grote) schande〈 tegen spreker〉 shame! • schandalig!, hoe durft u!shame on you! • schaam je!, je moest je schamen!————————shame2〈 werkwoord〉1 beschamen ⇒ beschaamd doen staan/maken♦voorbeelden:she shamed him out of copying his homework • ze maakte hem zo beschaamd, dat hij het huiswerk niet meer durfde overschrijven -
12 faire honte à qn.
-
13 frustrer
-
14 *honte
*honte ['õt]〈v.〉1 schande3 schroom♦voorbeelden:faire honte à qn. • iemand te schande makenà la honte de qn. • tot iemands schandemauvaise, fausse honte • valse schaamteavoir honte de • zich schamen overavoir toute honte bue • ieder schaamtegevoel verloren hebbenfaire honte à qn. • iemand beschamenmourir de honte • zich doodschamen -
15 trahir la confiance de qn.
trahir la confiance de qn.Dictionnaire français-néerlandais > trahir la confiance de qn.
-
16 jemandes Hoffnungen enttäuschen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemandes Hoffnungen enttäuschen
См. также в других словарях:
Beschämen — Beschämen, verb. reg. act. Scham erwecken, schamroth machen. Einen durch Vorhaltung seiner Fehler beschämen. Seine Feinde durch Sanftmuth beschämen. Er stand beschämt da. In engerer Bedeutung, übertreffen und dadurch gleichsam schamroth machen.… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Beschämen — Beschämen, bemerklich machen, daß eine Eigenschaft od. Handlung mit dem Ehrgefühle im Widerstreite steht; während die Beschimpfung (s.d.) Ehrenrühriges hinzufügt. Daher Beschämende Strafe, s.u. Strafe … Pierer's Universal-Lexikon
beschämen — ↑blamieren … Das große Fremdwörterbuch
beschämen — ↑ Scham … Das Herkunftswörterbuch
beschämen — V. (Aufbaustufe) jmdn. mit Scham erfüllen Synonym: in Verlegenheit bringen Beispiele: Sie hat alle durch ihre Freundlichkeit beschämt. Er beschämte die Historiker durch seine Kenntnis mittelalterlicher Realien … Extremes Deutsch
beschämen — demütigen; entwürdigen; erniedrigen; bloßstellen; verlegen machen; blamieren; (sich) in die Nesseln setzen (umgangssprachlich); sehr peinlich sein * * * be|schä|men [bə ʃɛ:mən] <tr.; hat … Universal-Lexikon
beschämen — blamieren, bloßstellen, demütigen, entwürdigen, in Verlegenheit bringen; (geh.): feurige/glühende Kohlen auf jmds. Haupt sammeln. * * * beschämen:⇨demütigen(I) beschämendemütigen,erniedrigen,bloßstellen,schmähen,inVerlegenheitbringen,blamieren,her… … Das Wörterbuch der Synonyme
beschämen — be·schä̲·men; beschämte, hat beschämt; [Vt] jemand beschämt jemanden (mit etwas) / etwas beschämt jemanden jemandes gutes Verhalten o.Ä. bewirkt, dass sich ein anderer schämt, ist einem anderen peinlich: Deine Großzügigkeit beschämt mich! ||… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
beschämen — be|schä|men … Die deutsche Rechtschreibung
Beschämen — 1. Wer Einen beschämt vor den Augen Anderer, nimmt ihm seine Sünden ab. – Auerbach, Schatzkästlein des Gevattersmanns, I, 20. *2. Er ist beschämt, wie ein Gaul, der sein Naoch umgeworfen hat. – Moscherosch, 313. Frz.: Il est honteux comme une… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
j-n beschämen — [Redensart] Auch: • j n in den Schatten stellen Bsp.: • Das Spiel dieses Kindes stellt manchen erwachsenen Pianisten in den Schatten … Deutsch Wörterbuch