-
1 aptitude
aptitude [aaptietuud]〈v.〉1 geschiktheid ⇒ bekwaamheid, aanleg♦voorbeelden:→ testf1) aanleg, bekwaamheid2) bevoegdheid -
2 art
art [aar]〈m.〉1 kunst2 bekwaamheid ⇒ bedrevenheid, vaardigheid♦voorbeelden:arts décoratifs • kunstnijverheidart naïf • primitieve kunstArt nouveau • Jugendstilart(s) populaire(s) • volkskunstd' art • kunstzinnig, kunst-film d' art • artistiek verantwoorde filml'art pour l'art • de kunst om de kunstles arts • de schone kunsten2 hommes de l'art • deskundigen, vakmensenarts appliqués • kunstnijverheidart culinaire • kookkunstc'est du grand art • dat is uit de kunstarts industriels • kunstnijverheidarts ménagers • huishoudkundeart oratoire • welsprekendheids'instruire dans un art • een vak, ambacht lerenavec art • bedreven, bekwaamavoir l'art (et la manière) de • de kunst verstaan om, een meester zijn inart de vivre • levenskunstm1) kunst2) bekwaamheid -
3 capacité
capacité [kaapaasietee]〈v.〉1 capaciteit ⇒ (bevattings)vermogen, inhoud, omvang2 vermogen ⇒ (het) in staat zijn, (het) kunnen3 bekwaamheid ⇒ geschiktheid, verdienste♦voorbeelden:→ mesuref1) capaciteit, omvang3) bekwaamheid4) competentie [juridisch] -
4 compétence
compétence [kõpeetãs]〈v.〉1 bekwaamheid ⇒ deskundigheid, kennis van zaken♦voorbeelden:cela n'entre pas dans ses compétences • daarin is hij niet ter zake kundigf(en)1) bekwaamheid3) deskundige -
5 efficacité
efficacité [effiekaasietee]〈v.〉1 doeltreffendheid ⇒ doelmatigheid, efficiëntie2 efficiëntie ⇒ bekwaamheid, capabiliteitf1) doeltreffendheid, efficiëntie2) bekwaamheid -
6 arme
arme [aarm]〈v.〉♦voorbeelden:armes à feu • vuurwapensarmes de guerre • oorlogstuigarme à répétition • (semi-)automatisch wapenarmes à tir automatique • automatische wapensarme à double tranchant • wapen, middel dat zich tegen iemand kan kerenarme atomique, nucléaire • atoom-, kernwapenarme blanche • steekwapendéposer, rendre les armes • zich overgevenêtre sous les armes • onder de wapenen zijnpasser par les armes • fusillerenprendre les armes • naar de wapens grijpenprésenter l'arme • het geweer presenterentourner les armes contre qn. • zich keren tegen een voormalig bondgenootaux armes • te wapenavec armes et bagages • met z'n hele hebben en houdense rendre avec armes et bagages • zich onvoorwaardelijk overgevenêtre en armes • gewapend zijnpar les armes • met geweldfaire ses premières armes • zijn eerste veldtocht maken; 〈 figuurlijk〉 zijn eerste proeve van bekwaamheid afleggensalle d'armes • schermlokaaltirer les, des armes • schermen1. f1) wapen, geweer3) strijd, oorlog2. armesf pl1) krijgsdienst2) schermsport3) schild, blazoen -
7 armé
arme [aarm]〈v.〉♦voorbeelden:armes à feu • vuurwapensarmes de guerre • oorlogstuigarme à répétition • (semi-)automatisch wapenarmes à tir automatique • automatische wapensarme à double tranchant • wapen, middel dat zich tegen iemand kan kerenarme atomique, nucléaire • atoom-, kernwapenarme blanche • steekwapendéposer, rendre les armes • zich overgevenêtre sous les armes • onder de wapenen zijnpasser par les armes • fusillerenprendre les armes • naar de wapens grijpenprésenter l'arme • het geweer presenterentourner les armes contre qn. • zich keren tegen een voormalig bondgenootaux armes • te wapenavec armes et bagages • met z'n hele hebben en houdense rendre avec armes et bagages • zich onvoorwaardelijk overgevenêtre en armes • gewapend zijnpar les armes • met geweldfaire ses premières armes • zijn eerste veldtocht maken; 〈 figuurlijk〉 zijn eerste proeve van bekwaamheid afleggensalle d'armes • schermlokaaltirer les, des armes • schermenadj1) gewapend -
8 habileté
habileté [aabieltee]〈v.〉1 handigheid ⇒ bedrevenheid, vaardigheid, knapheid♦voorbeelden:1. fbekwaamheid, bedrevenheid2. habiletésf plhandigheidjes, trucjes -
9 mérite
mérite [meeriet]〈m.〉♦voorbeelden:se faire un mérite de • prat gaan oppas sans mérite • niet onverdienstelijkm1) verdienste3) nut, voordeel -
10 faire ses premières armes
faire ses premières armesDictionnaire français-néerlandais > faire ses premières armes
См. также в других словарях:
Wouter Bos — Infobox Politician name =Wouter Bos width = 230px height = 200px caption = birth date =Birth date and age|1963|7|14|df=y birth place =Vlaardingen, Netherlands residence = death date = death place = office = Minister of Finance salary = term start … Wikipedia
Bernhard of Lippe-Biesterfeld — Infobox Dutch Royalty|prince|consort name =Bernhard of Lippe Biesterfeld title =Prince Consort of the Netherlands caption = imgw =200 reign =6 September 1948 30 April 1980 spouse =Juliana issue =Beatrix Princess Irene, Duchess of Parma Princess… … Wikipedia
Bernardo de Lippe-Biesterfeld — Saltar a navegación, búsqueda El Príncipe Bernardo Bernardo de Lippe Biesterfeld nació el 29 de junio de 1911 y falleció el 1 de diciembre del 2004. Fue príncipe consorte de los Países Bajos tra … Wikipedia Español
Verdienstauszeichnungen — Anhalt. Verdienstmedaille in Gold und Silber, dem Hausorden Albrechts des Bären (s. Albrechtsorden 2) affiliiert, durch Verfügung Herzog Friedrichs II. vom 19. Aug. 1904 mit einer Krone versehen. Baden. Zivil Verdienstmedaille, gestiftet von… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Prince Bernhard of Lippe-Biesterfeld — For his father, see Prince Bernhard of Lippe Biesterfeld (1872–1934). Prince Bernhard of Lippe Biesterfeld Prince of the Netherlands (more) Prince consort of the Netherlands … Wikipedia
