-
1 irrigate
v. irrigeren, bevloeien; spoelen (wond)[ irrigeet] -
2 water
adj. bij het water behorend--------n. water; vloeistof; water hoogstand; regenwater, zeewater, rivierwater etc; waterbron; helderheid (bij juweel)--------v. water geven; wateren; sproeien; vollopen met speeksel (mond); water aanvoer; verdunnenwater1[ wo:tə]3 (oplossing in) water ⇒ watertje, eau5 urine♦voorbeelden:〈 scheepvaart〉 make/take water • water maken/in krijgenrunning water • stromend watertread water • watertrappelen4 at high/low water • bij hoog/laagwaterthat is water under the bridge • dat is verleden tijdrun like water off a duck's back • niet het minste effect hebbenhold water • steek houdenof the first water • van het eerste/zuiverste water 〈 ook figuurlijk〉II 〈 meervoud〉♦voorbeelden:→ still still/————————water21 tranen ⇒ lopen, wateren♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 van water voorzien ⇒ bespoelen, besproeien♦voorbeelden:a watered-down version • een verwaterde versie -
3 water the garden
de tuin water geven/begieten -
4 watering
adj. bron van water; van geneeskrachtige bron--------n. sproeien, begieten
См. также в других словарях:
begietan — sv/t5 3rd pres begieteþ past begeat/begéaton ptp begieten to get, find, acquire, attain, receive, take, seize; happen; beget … Old to modern English dictionary
Ente — 1. De Aanten drägt er Recht uppen Puckel. – Eichwald, 6; Graf, 116, 307. Sobald sie auf fremden Grundstücken Schaden anrichtet, hat der Besitzer das Recht, sie mit Schlägen aus seiner Gemarkung zu vertreiben. 2. Der Ente Jungen sind geborene… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon