-
1 effigy
n. beeltenis, afbeelding[ effidzjie] 〈meervoud: effigies〉1 beeltenis ⇒ effigie, afbeelding♦voorbeelden: -
2 erect image
opgerichte beeltenis (ontstane beeltenis die niet afwijkt van het origineel) -
3 image
n. beeld; evenbeeld; idee; beeltenis--------v. Beeld, afbeelding; voorstelling; evenbeeldimage1[ immidzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 beeld ⇒ afbeelding, voorstelling♦voorbeelden:3 he's the (very/spitting) image of his father • hij lijkt (sprekend/als twee druppels water) op zijn vader————————image2〈 werkwoord〉 -
4 silhouette
n. silhouet, schaduwbeeld--------v. aftekenensilhouette1[ silloe:et] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 silhouet ⇒ beeltenis; schaduwbeeld, omtrek————————silhouette2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:1 he saw the tower silhouetted against the blue sky • hij zag het silhouet van de toren tegen de blauwe lucht
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский