-
1 красивый
adj1) gener. mooi, fraai, ooglijk, schoon, sierlijk, snoeperig, volschoon, welluidend (о голосе)2) colloq. beelderig, beeldig, jofel3) ironic. poesmooi -
2 очаровательный
adj1) gener. toverachtig, aanminnelijk, aanminnig, allerliefst, bekoorlijk, betoverend, bevallig, charmant, mooi2) colloq. beelderig, beeldig -
3 прелестный
adj1) gener. allerliefst, aanvallig, bekoorlijk, betoverend, bevallig, gracelijk, gracieus, gratieus, liefelijk, lieftallig, net, riant (вид, окрестности), snoezig, verrukkelijk2) colloq. beelderig, beeldig -
4 dreamy
adj. dromerig, vaag; mistig; bedachtzaam[ drie:mie] 〈 dreaminess〉 -
5 ravissant
-
6 bildhübsch
-
7 bildschön
bildschön1 beeldschoon, beeldig -
8 fressen
fressen2 〈 figuurlijk〉(aan-, in)vreten♦voorbeelden:2 Säure frisst • zuur vreet, bijt indiese Musik frisst an den Nerven • deze muziek vreet aan, sloopt de zenuwendas Feuer fraß weiter um sich • het vuur greep verder om zich heenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 〈informeel; schertsend〉 (keine Angst,) ich will dich nicht fressen! • (wees maar niet bang,) ik zal je niet opeten!〈informeel; figuurlijk〉 etwas, jemanden gefressen haben • iets, iemand niet kunnen verdragenseinen Ärger in sich fressen • zijn ergernis opkroppen〈 figuurlijk〉 zum Fressen aussehen, (süß) sein • om in te bijten zijn, er beeldig uitziender Neid frisst ihn • hij wordt door nijd verteerd〈 spreekwoord〉 was der Bauer nicht kennt, das frisst er nicht • wat een boer niet kent, dat vreet hij niet1 invreten, dringen♦voorbeelden: -
9 niedlich
-
10 süß
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Датский
- Нидерландский
- Русский
- Турецкий
- Французский