-
1 beducht
♦voorbeelden:beducht voor risico's • shy of taking risks -
2 beducht
-
3 beducht
прил.общ. испуганный, озабоченный, полный страха -
4 beducht
intrakilDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > beducht
-
5 beducht
adj. anxious, fearful, afraid; apprehensive, worried -
6 beducht
1) ivrig2) beklämd3) bekymrad4) orolig5) ängslig -
7 beducht
agité, inquiet -
8 beducht
intrakil -
9 beducht voor risico's
beducht voor risico'sVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > beducht voor risico's
-
10 beducht zijn voor gevaar
beducht zijn voor gevaarVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > beducht zijn voor gevaar
-
11 beducht zijn voor
v. dread, fear -
12 voor iets, iemand beducht zijn
voor iets, iemand beducht zijncraindre qc., qn. -
13 voor beducht zijn
гл.общ. (iets) бояться (чего-л.) -
14 бояться
v1) gener. bang, ontzien, schuwen, vrezen, bang zijn voor, benauwd zijn voor (чего-л.), beschroomd zijn, bevreesd zijn voor, duchten, een afschrik hebben (van-êîãî-ô., ÷åãî-ô.), in zijn rikketik zitten, schromen, tegen (iets) opzien (чего-л.), versagen, voogdijschap (iem.) vrezen (кого-л.), voor (iets) beducht zijn (чего-л.), vrees koesteren, vrezen voor (кого-л., чего-л.), zich bezwaard maken over (iets) (чего-л.), zijn hart vasthouden2) colloq. 'em knijpen, piepzak zitten -
15 испуганный
adjgener. angstig, ontzet, beducht, bevreesd, ontsteld, verslagen -
16 озабоченный
adjgener. bezorgd, kommerlijk, zorgelijk, zorglijk, beducht, bekommerd, kommervol, ongerust, ongerust over, zorgvol -
17 полный страха
-
18 appréhender
appréhender [aapree.ãdee]〈 werkwoord〉♦voorbeelden:v1) vrezen, opzien (tegen)2) arresteren3) begrijpen -
19 appréhender que
appréhender que 〈+ aanvoegende wijs〉 -
20 avoir crainte
avoir craintebang, beducht zijn
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Bedacht, der — Der Bedacht, des es, plur. car. das Bedenken einer Sache, die Überlegung, Gegenwart des Geistes, doch nur ohne Artikel, und in einigen adverbischen Redensarten. Etwas mit oder ohne Bedacht thun, mit oder ohne Überlegung. Mit Bedacht reden. Alles… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Unglück — 1. Allein vnglück vnd armut ist vor den Neidhard gut. – Gruter, III, 4; Lehmann, II, 33, 21; Simrock, 7478. 2. Alles Vnglück fahet sich in Gottes namen an (in nomine Domini). – Gruter, III, 4; Henisch, 1697, 30; Petri, II, 8; Blum, 2; Eiselein,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon