Перевод: с французского на нидерландский

с нидерландского на французский

С нидерландского на:
Французский
С французского на:
Нидерландский

bazig

Толкование Перевод

1 autoritaire

autoritaire [ootorrieter]

〈 bijvoeglijk naamwoord〉

1 autoritair ⇒ eigenmachtig, bazig

♦voorbeelden:

1 ton autoritaire • toon die geen tegenspraak duldt

adj

1) autoritair

2) bazig

Dictionnaire français-néerlandais > autoritaire
2 possessif

possessif [possessief]

〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉

1 〈 taalkunde〉 bezittelijk

2 〈 psychologie〉 overheersend ⇒ bazig

♦voorbeelden:

1 un possessif • bezittelijk voornaamwoord

2 sentiment possessif • bezitsdrang

= possessive; adj

1) bezittelijk

2) bazig

Dictionnaire français-néerlandais > possessif
3 cassant

cassant [kaasã]

〈 bijvoeglijk naamwoord〉

1 breekbaar ⇒ broos

2 〈 van persoon〉 ongemakkelijk ⇒ 〈 van toon, stem enz.〉 bits, gebiedend

♦voorbeelden:

¶ 〈 informeel〉 ça n'a rien de cassant • dat is niet bijster lastig

adj

1) breekbaar

2) bazig, bits

Dictionnaire français-néerlandais > cassant

См. также в других словарях:

BÂZİG — Ortak, şerik … Yeni Lügat Türkçe Sözlük

Пометить текст и поделиться
Искать во всех словарях
Искать в переводах
Искать в Интернете

Поделиться ссылкой на выделенное