-
1 bird
n. vogel; kerel; meisje[ bə:d]1 vogel♦voorbeelden:bird of prey • roofvogelthey are birds of a feather 〈 voornamelijk pejoratief〉 • het is één pot nat, ze hebben veel gemeenkill two birds with one stone • twee vliegen in één klap slaanthe bird is/has flown • de vogel is gevlogen〈 informeel〉 give someone the bird • iemand uitfluiten/uitjouwen〈 informeel〉 (strictly) for the birds • lullig, onbenulliglike a bird • gezwind, vlotjes〈 spreekwoord〉 a bird in the hand (is worth two in the bush) • beter één vogel in de hand dan tien in de lucht〈 spreekwoord〉 birds of a feather flock together • waar duiven zijn, daar vliegen altijd duiven toe; gelijk zoekt zijn gelijk -
2 grassroots
adj. van gewone mensen; fundamenteel; van het publiek--------n. gewone mensen, de basis; het publiek; fundamenten, fundamenteelgrassroots1〈zelfstandig naamwoord; werkwoord voornamelijk enkelvoud〉1 gewone mensen ⇒ de basis, de (zwevende) kiezers♦voorbeelden:————————grassroots21 van gewone mensen ⇒ aan/uit de basis♦voorbeelden:1 the grassroots opinion • de publieke/algemene opinie -
3 the birds and the bees
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский