-
1 barricaderen
barikadiáDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > barricaderen
-
2 barikadiá
barricaderen [v], versperren [v]Dicionário Português-Holandês e Holandês-Português > barikadiá
-
3 barikadiá
barricaderen [v], versperren [v] -
4 баррикадировать
vgener. sperren, barricaderen -
5 забаррикадировать
vgener. barricaderenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > забаррикадировать
-
6 barricade
n. versperring, hindernis--------v. barricade, versperringbarricade1[ bærikkeed, bærikkeed] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————barricade2〈 werkwoord〉1 barricaderen ⇒ versperren, afzetten♦voorbeelden: -
7 sandbag
n. zandzak--------v. zandzak, met zandzakken versterken; dwingensandbag11 zandzak————————sandbag2〈werkwoord; sandbagged〉1 met zandzakken versterken ⇒ met zandzakken barricaderen/ophogen/afsluiten♦voorbeelden: -
8 barricade oneself
zich barricaderen -
9 barricader
barricader [baariekaadee]♦voorbeelden:1. v1) versperren2) goed (af)sluiten, dichttimmeren2. se barricaderv -
10 abriegeln
abriegeln1 (ver)grendelen ⇒ afsluiten, barricaderen -
11 verbarrikadieren
verbarrikadieren -
12 verrammeln
-
13 versperren
-
14 zustellen
zustellen♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Пенджабский
- Русский
- Французский