-
1 Bahnhof
Bahnhof〈m.〉♦voorbeelden:2 einen großen Bahnhof bekommen • met groots ceremonieel ontvangen, ingehaald worden¶ (immer) nur Bahnhof verstehen • (a) er geen snars, barst van begrijpen; (b) zich van den domme houden -
2 U-Bahnhof
-
3 beim Bahnhof
bij, in de buurt van het station -
4 die Straße stößt auf den Bahnhof
die Straße stößt auf den BahnhofWörterbuch Deutsch-Niederländisch > die Straße stößt auf den Bahnhof
-
5 einen großen Bahnhof bekommen
met groots ceremonieel ontvangen, ingehaald wordenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > einen großen Bahnhof bekommen
-
6 immer nur Bahnhof verstehen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > immer nur Bahnhof verstehen
-
7 bei
〈voorzetsel + 3〉4 op5 in♦voorbeelden:1 beim Bahnhof • bij, in de buurt van het stationbei sich sein • bij kennis zijnHaus bei Haus • huis aan huisbei Hofe • aan het hofbeim Lesen, Schreiben sein • aan 't lezen, schrijven zijn, zitten (te) lezen, schrijvenbeim besten Willen nicht • met de beste wil niet4 bei Jahren sein • op jaren, op leeftijd zijnbei Strafe verboten • op straffe verbodendie Schlacht bei Waterloo • de slag van, bij Waterloo8 bei Lebzeiten • tijdens het, zijn leven -
8 stoßen
stoßen♦voorbeelden:4 mit den Füßen nach jemandem stoßen • (naar) iemand trappen, schoppenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:jemanden von sich stoßen • (a) iemand van zich afstoten, iemand wegduwen; 〈 (b) formeel; figuurlijk〉 iemand verstoten♦voorbeelden: -
9 zu
zu1〈 bijwoord〉1 te2 dicht, gesloten♦voorbeelden:zu viel (des Guten) • te veel (van het goede)ich krieg zu viel! • nou ben ik het zat!zu wenig • te weinig¶ mach zu! • schiet op!————————zu2〈voorzetsel + 3〉1 〈 van plaats〉aan, bij, in, naar4 〈m.b.t. tot hoeveelheden, aantallen〉met, voor5 〈 in verbindingen〉met, op, voor♦voorbeelden:zu Hause • thuisGasthof ‘Zur Krone’ • hotel-restaurant ‘De Kroon’zu Wasser, zu Lande und in der Luft • te land, ter zee en in de luchtzur Rechten • aan de rechterhandzu Boden fallen • op de grond vallenzum Arzt, Bahnhof gehen • naar de dokter, het station gaanzu Tisch gehen • aan tafel gaanzur Tür hinausgehen • de deur uitgaanZucker zum Tee nehmen • suiker bij, in de thee nemendieses Hemd passt zu der Hose • dit hemd past bij de broekzu allem Ja sagen • op alles ja zeggensich zu jemandem setzen • bij iemand gaan zittendie Nacht vom Freitag zum Samstag • de nacht van vrijdag op zaterdagzu Weihnachten • met Kerstmiszur Zeit Luthers • ten tijde, in de tijd van Lutherzurzeit, 〈 oude spelling〉zur Zeit ist das Wetter schön • op het ogenblik, momenteel is het mooi weerzu Fuß • te voetzu hunderten, Hunderten • met honderden tegelijkdas Kilo zu zwei Mark • twee mark de kilozum zweiten Mal • voor de tweede keerSpielstand zwei zu eins • stand 2-1zum größten Teil • voor het grootste deelzu dritt • met z'n drieënzum Scherz • voor de grapzu diesem Zweck • met dit doelzu Geld kommen • aan geld komenzu Wort kommen • aan het woord komen————————zu3〈 voegwoord〉1 te♦voorbeelden:da ist nichts zu machen • daar valt niets aan te doen
См. также в других словарях:
Bahnhof AB — Rechtsform Aktiebolag (AB) ISIN SE0002252296 Gründung 1994 Sitz Karlavägen 81, Kista (Stockholm 114 59), Schweden Leitung … Deutsch Wikipedia
Bahnhof — (hierzu Tafel »Bahnhöfe I III«), die Örtlichkeit für den öffentlichen Verkehr zwischen Eisenbahn und Publikum und zugleich für die Erledigung der Geschäfte des innern Betriebsdienstes, also eine Verbindung von Verkehrs und Betriebsanlagen für den … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Bahnhof — is a Swedish Internet service provider, founded in 1994 by Oscar Swartz in Uppsala, and was the first independent ISP in Sweden. Today the company is represented in Stockholm, Göteborg, Uppsala, Borlänge and Lund. It is also the German word for… … Wikipedia
Bahnhof — [Basiswortschatz (Rating 1 1500)] Auch: • Station • (U Bahn )Station Bsp.: • Können Sie mir bitte den Weg zum Bahnhof zeigen? • er hielt an der U Bahn Station an. • Können Sie mir den Weg zum Bahnhof erklären? … Deutsch Wörterbuch
Bahnhof — Bahnhof, s.u. Eisenbahn … Pierer's Universal-Lexikon
Bahnhof — Bahnhof, s. Eisenbahnwesen … Kleines Konversations-Lexikon
Bahnhof — ↑Station, ↑Terminal … Das große Fremdwörterbuch
Bahnhof — Sm std. (19. Jh.) Stammwort. Gekürzt aus Eisenbahnhof, dieses aus Eisenbahn und Hof in der Bedeutung größerer Komplex von Wirtschafts Gebäuden . Bahn, Hof. ✎ Krüger (1979), 126 130; Röhrich 1 (1991), 134. deutsch s. Bahn, s. Hof … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Bahnhof — Luftaufnahme des Rangierbahnhofes Kornwestheim bei Stuttgart (Mai 2008) … Deutsch Wikipedia
Bahnhof — Station; Halt; Haltestelle; Haltepunkt; Verkehrsstation * * * Bahn|hof [ ba:nho:f], der; [e]s, Bahnhöfe [ ba:nhø:fə]: Gesamtkomplex einer Bahnstation mit Gleisanlagen u. zugehörigen Gebäuden: jmdn. zum Bahnhof bringen; im Bahnhof auf jmdn. warten … Universal-Lexikon
Bahnhof — Ba̲hn·hof der; (e)s, Bahn·hö·fe; 1 eine Haltestelle (für Reise und Güterzüge) mit Gleisen und den dazugehörigen Gebäuden <der Zug fährt, rollt in den Bahnhof ein, hält nicht an jedem Bahnhof; jemanden am / vom Bahnhof abholen; jemanden zum… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache