-
21 dat is moeilijk te vermijden
dat is moeilijk te vermijdenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat is moeilijk te vermijden
-
22 een emotionele benadering vermijden
een emotionele benadering vermijdenavoid an emotional approach, intellectualizeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een emotionele benadering vermijden
-
23 een gevoelig onderwerp vermijden
een gevoelig onderwerp vermijdenavoid a touchy/sore subjectVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een gevoelig onderwerp vermijden
-
24 een vraag ontwijken
een vraag ontwijkenavoid/parry a questionVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een vraag ontwijken
-
25 elkaar ontlopen
elkaar ontlopenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > elkaar ontlopen
-
26 elkaar uit de weg gaan
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > elkaar uit de weg gaan
-
27 elkaar
1 each other, one another♦voorbeelden:elkaar helpen • help each otherzij lijken op elkaar • they look like/resemble one anothertwee touwen aan elkaar binden • tie two ropes togetherzij maakte het achter elkaar af • she finished it in one gohij heeft een uur achter elkaar gepraat • he went on talking for a whole hourachter elkaar staan • stand one behind the otherweken/uren achter elkaar • for weeks/hours on endvier keer achter elkaar • four times in a rowdrie boeken achter elkaar uitlezen • read three books one after the otherbij elkaar komen • meet, come togetherhij heeft ze niet allemaal bij elkaar • he's got a screw loosealles bij elkaar (genomen) • on the whole, all in allzij hebben 50 gulden bij elkaar kunnen leggen • they were able to raise 50 guilderszoveel geld heb ik nooit bij elkaar gezien • I've never seen so much money at oncemeer dan alle anderen bij elkaar • more than all the others put togetherwij blijven bij elkaar • we stick/keep togetherde kinderen lopen door elkaar • the children are running all over the placealles ligt door elkaar • everything is mixed up/confuseddoor elkaar raken • get mixed up/confusedhet verhaal zit goed/slecht in elkaar • the story is well/badly thought outzij werden het met elkaar eens • they came to an agreementze hadden met elkaar nog geen gulden • they didn't have a guilder between themze kwamen enkele minuten na elkaar binnen • they came in within a few minutes of each other/one anothernaast elkaar zitten/liggen/lopen • sit/lie/walk side by sidegetallen onder elkaar zetten • write/place figures in columnszij moeten dat onder elkaar maar uitmaken • they must sort that out amongst themselveswe zijn toch onder elkaar • after all we are by ourselveshet zijn vrienden onder elkaar • they are all friends (together)op elkaar liggen • lie one on top of the otherdingen tegen elkaar zetten/leggen/drukken • put/lay/press things togetherdie groep is uit elkaar gevallen • the group has split updie auto valt bijna (van ellende) uit elkaar • that car is falling apartze zijn uit elkaar gegroeid • they (have) drifted apart(personen of zaken) (goed) uit elkaar kunnen houden • be able to tell (people/things) apartuit elkaar gaan • 〈 gezelschap, commissie, jury〉 break up; 〈 vrienden, echtgenoten〉 split up/break up; 〈 menigte, betogers〉 disperseeen machine uit elkaar halen/nemen • strip down/dismantle a machinezij zijn familie van elkaar • they are relatedzij hebben veel van elkaar • they are very much alikehij heeft zijn zaakjes goed voor elkaar • he's got things fixediets niet voor elkaar kunnen krijgen • not manage (to do) somethinghet is voor elkaar • it has been taken care ofelkaar uit de weg gaan • avoid each other -
28 emotioneel
2 [met betrekking tot emoties] emotional♦voorbeelden:1 een emotionele benadering vermijden • avoid an emotional approach, intellectualizehij is nog altijd veel te emotioneel • he is still much too emotionalII 〈 bijwoord〉1 [vol emoties] emotionally♦voorbeelden: -
29 geen belasting betalen
geen belasting betalenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > geen belasting betalen
-
30 gevoelig
1 [reagerend op indrukken/gewaarwordingen] sensitive (to) ⇒ 〈 voor pijn〉 sore, tender, 〈 allergisch〉 allergic (to)♦voorbeelden:een gevoelig zenuwgestel • weak nerveserg gevoelig zijn • be very sensitiveoverdreven gevoelig zijn • be over-sensitivegevoelig voor stof • allergic to dustgevoelig van aard zijn • have a sensitive natureik ben zeer gevoelig voor uw bereidwilligheid • I greatly appreciate your willingnessgevoelig voor poëzie zijn • be susceptible to poetryhaar ego kreeg een gevoelige knauw • her ego got badly bruisedeen gevoelig onderwerp vermijden • avoid a touchy/sore subjectII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden: -
31 hij kon de boom nog net ontwijken
hij kon de boom nog net ontwijkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij kon de boom nog net ontwijken
-
32 iemand mijden als de pest
iemand mijden als de pestVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand mijden als de pest
-
33 iemands huis mijden
iemands huis mijdenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemands huis mijden
-
34 ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat
ik kan me niet aan de indruk onttrekken datVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat
-
35 inspanning
2 [het voor de wagen spannen] harnessing♦voorbeelden:1 met een laatste inspanning van zijn krachten • with a final/with one last effortuitrusten na een langdurige inspanning • rest from prolonged exertionseen inspanning belonen • reward effortzich veel inspanning getroosten, een zware inspanning leveren • put in a great effortdat kost inspanning • it's an effort/a strainveel inspanning vergen • require a great deal of effortu moet elke inspanning vermijden • you must avoid exertion of any kindmet inspanning van alle krachten • with a supreme effort -
36 met een (grote) boog om iets heenlopen
met een (grote) boog om iets heenlopengo out of one's way to avoid something, give something a wide berthVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met een (grote) boog om iets heenlopen
-
37 moeilijkheden omzeilen
moeilijkheden omzeilen〈 ook〉 get round/avoid difficultiesVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > moeilijkheden omzeilen
-
38 moeilijkheden uit de weg gaan
avoid difficulties/troubleVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > moeilijkheden uit de weg gaan
-
39 moeilijkheid
♦voorbeelden:moeilijkheden ondervinden • experience/run up against difficultiesom moeilijkheden vragen • be asking for troubledaar zit/ligt de moeilijkheid • there's the catchiemand in moeilijkheden brengen • get someone into troublein moeilijkheden komen • get into trouble/hot waterhij verkeerde in moeilijkheden • he was in a fix/in troublemoeilijkheden uit de weg gaan • avoid difficulties/troublemoeilijkheden onder ogen zien • confront problems/difficulties -
40 omzeilen
omzeilen2 [rondzeilen] sail about3 [langs een omweg zeilen] sail (a long way) round♦voorbeelden:————————omzeilen1 [zeilend uit de weg gaan] sail round2 [ontwijken] skirt ⇒ get round, by-pass 〈 obstakel〉, 〈 moeilijkheden ook〉 sidestep, 〈 moeilijkheden ook〉 steer clear of♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
avoid — vt [modification of Old French esvuider to destroy, literally, to empty, from es out + vuider to empty] 1: to make void or undo: annul the trustee may avoid any transfer of interest of the debtor in property U.S. Code 2: to respond to (an… … Law dictionary
Avoid — A*void , v. t. [imp. & p. p. {Avoided}; p. pr. & vb. n. {Avoiding}.] [OF. esvuidier, es (L. ex) + vuidier, voidier, to empty. See {Void}, a.] 1. To empty. [Obs.] Wyclif. [1913 Webster] 2. To emit or throw out; to void; as, to avoid excretions.… … The Collaborative International Dictionary of English
avoid — a‧void [əˈvɔɪd] verb [transitive] TAX LAW if you avoid tax, you manage to not pay it legally, for example by the way that you enter profits or losses into your accounts: • Investing in this way allows savers to avoid tax upon withdrawal. compare… … Financial and business terms
avoid — avoid; avoid·a·ble; un·avoid·abil·i·ty; avoid·ant; avoid·ance; avoid·a·bly; un·avoid·able·ness; … English syllables
avoid — [ə void′] vt. [ME avoiden < Anglo Fr avoider < OFr esvuidier, to empty < es (< L ex ), out + vuidier: see VOID] 1. to make void; annul, invalidate, or quash (a plea, etc. in law) 2. to keep away from; evade; shun [to avoid crowds] 3.… … English World dictionary
avoid — avoid, avert, evade Avoid and evade overlap in meaning, but evade has a stronger sense of guile or trickery in escaping from an obligation (such as paying income tax). Avert means ‘to turn aside’ (which is its literal meaning in averting one s… … Modern English usage
Avoid — A*void , v. i. 1. To retire; to withdraw. [Obs.] [1913 Webster] David avoided out of his presence. 1 Sam. xviii. 11. [1913 Webster] 2. (Law) To become void or vacant. [Obs.] Ayliffe. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
avoid — (v.) c.1300, from Anglo Fr. avoider to clear out, withdraw (oneself), partially anglicized from O.Fr. esvuidier to empty out, from es out (see EX (Cf. ex )) + vuidier to be empty, from voide empty, vast, wide, hollow, waste (see VOID (Cf … Etymology dictionary
avoid — *escape, shun, eschew, evade, elude Analogous words: avert, ward, *prevent, obviate: forestall, anticipate (see PREVENT): flee, fly (see ESCAPE) Antonyms: face: meet Contrasted words: *incur, contract, catch: court, solicit, * … New Dictionary of Synonyms
avoid — [v] refrain or stay away from; prevent abstain, avert, bypass, circumlocute, circumvent, deflect, desist, ditch, divert, dodge, duck, elude, escape, eschew, evade, fake out*, fend off, flee, give the slip*, hide, hold off, jump, keep clear, lay… … New thesaurus
avoid — ► VERB 1) keep away or refrain from. 2) prevent from doing or happening. DERIVATIVES avoidable adjective avoidably adverb avoidance noun. ORIGIN Old French evuider clear out, get rid of … English terms dictionary