-
21 aanbakken
1 attacher♦voorbeelden: -
22 aanbranden
1 attacher♦voorbeelden: -
23 aanhechtingsplaats
aanhechtingsplaats, aanhechtingspunt -
24 alles was stevig gesjord
alles was stevig gesjord -
25 attacheren
1 attacher♦voorbeelden: -
26 de aardappels zijn aangebakken
de aardappels zijn aangebakken -
27 de aardappels zijn aangebrand
de aardappels zijn aangebrand -
28 de hond is los
de hond is los -
29 diplomatenkoffertje
diplomatenkoffertje, diplomatentas -
30 geattacheerd zijn aan een ambassade
geattacheerd zijn aan een ambassadeDeens-Russisch woordenboek > geattacheerd zijn aan een ambassade
-
31 gezant
♦voorbeelden: -
32 handelsattaché
-
33 hechten
2 [+ aan][vastmaken] attacher (à)3 [+ aan][toekennen] accorder (à)♦voorbeelden:3 een bepaalde betekenis aan iets hechten • attacher un certain sens à qc.waarde aan iets hechten • accorder de la valeur à qc.1 [vast blijven zitten] tenir2 [+ aan][waarde toekennen aan] tenir (à)♦voorbeelden:III 〈wederkerend werkwoord; zich hechten〉1 [+ aan] s'attacher (à)♦voorbeelden: -
34 hij gaf veel om zijn dochter
hij gaf veel om zijn dochter -
35 hij hangt erg aan vrouw en kinderen
hij hangt erg aan vrouw en kinderenDeens-Russisch woordenboek > hij hangt erg aan vrouw en kinderen
-
36 hij hecht zich gemakkelijk aan mensen
hij hecht zich gemakkelijk aan mensenDeens-Russisch woordenboek > hij hecht zich gemakkelijk aan mensen
-
37 hij is zeer gehecht aan vorm
hij is zeer gehecht aan vorm -
38 los
2 [niet bevestigd, gebonden] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 détaché; 〈 verwijderbaar〉 amovible; 〈 niet gebonden〉 défait♦voorbeelden:een losse tand • une dent qui branleer is een schroef los • une des vis s'est desserréehaar hoest werd losser • sa toux devenait plus grasseeen losse voering • une doublure amoviblealles wat los en vast zit • tout le saint-frusquinde hond is los • le chien n'est pas attachéde leeuw is los • le lion s'est échappélos! • lâche(z)!→ link=zand zandlosse melk • lait en vraclos werk • du travail occasionnellos werkman • ouvrier à la journéethee wordt bijna niet meer los verkocht • le thé ne se vend pratiquement plus au poidsdat is niet los te denken van • c'est indissociable delos van • abstraction faite de¶ ze leven er maar op los • 〈 zonder nadenken〉 ils vivent au jour le jour; 〈 bandeloos〉 ils mènent une vie de bâton de chaiseer gemakkelijk op los slaan • avoir la main leste -
39 sjorren
1 [trekken] traîner2 [vastbinden] attacher♦voorbeelden:hij zat aan het touw te sjorren • il tirait sur la corde -
40 thuishaven
См. также в других словарях:
attache — [ ataʃ ] n. f. • 1155 sens II; de attacher I ♦ (mil. XVIe) Vx Action d attacher, de retenir par un lien quelconque. Mod. (dans des expr.) Système d attache. Point d attache d un muscle, d un ligament. ⇒ insertion. Chien à l attache … Encyclopédie Universelle
attaché — attache [ ataʃ ] n. f. • 1155 sens II; de attacher I ♦ (mil. XVIe) Vx Action d attacher, de retenir par un lien quelconque. Mod. (dans des expr.) Système d attache. Point d attache d un muscle, d un ligament. ⇒ … Encyclopédie Universelle
attaché — attaché, ée (a ta ché, chée) part. passé. 1° Fixé par une attache. Attaché au poteau, à la croix. Les mains attachées derrière le dos. Bancs attachés avec des clous. • Trois sceptres à son trône attachés par mon bras, CORN. Nicom. I, 3.… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
attache — ATTACHE. subs. fém. Lien, courroie, etc. Ce qui sert à attacher. L attache d un limier, d un lévrier. Mettre un chien à l attache. Mettre un lévrier à l attache. Mettre un cheval à l attache. En parlant De certains endroits où on met les chevaux… … Dictionnaire de l'Académie Française 1798
attache — Attache. sub. f. v. Ce qui sert à attacher, avec quoy on attache. Une attache de diamant. l attache d un limier, d un levrier. mettre un chien à l attache. levrier d attache. On dit prov. & fig. d Un homme qui est dans un employ, dans un travail… … Dictionnaire de l'Académie française
Attaché — is a French term in diplomacy, referring to a person who is assigned ( attached ) to the administrative staff of a higher placed person or another service or agency. Depending on custom, attaché may be modified to correspond to the gender (e.g.… … Wikipedia
Attaché — Sm diplomatischer Berater per. Wortschatz fach. (18. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus frz. attaché m. (eigentlich Zugeordneter ), einer Substantivierung des Partizip des Präteritums von frz. attacher anbinden, zuordnen . Ebenso nndl. attaché, ne … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Attaché — (zu frz. attacher, befestigen) oder Attachée (weibliche Form) ist in der Diplomatie eine Bezeichnung für Begleiter eines Gesandten. Attaché ist eine der Anmeldebezeichnung entsandter Mitarbeiter diplomatischer Vertretungen. Der nächstniedrigere… … Deutsch Wikipedia
attache — (n.) 1835, from Fr. attaché junior officer attached to the staff of an ambassador, etc., lit. attached, pp. of attacher to attach (see ATTACH (Cf. attach)). Attache case small leather case for carrying papers first recorded 1900 … Etymology dictionary
attaché — Attaché, [attach]ée. part. Il a les significations de son verbe. On dit, qu Un homme est attaché à son profit, est attaché à ses interests, pour dire, qu Il aime trop son profit, qu il est trop interessé … Dictionnaire de l'Académie française
Attache — Attaché (zu frz. attacher, befestigen) oder Attachée (weibliche Form) ist in der Diplomatie eine Bezeichnung für Begleiter eines Gesandten. Allgemein ist es die „Rangbezeichnung für die Eingangsstufe im diplomatischen Dienst“[1]. Attachés sind… … Deutsch Wikipedia