-
1 assureren
-
2 assureren
v. insure, assure, underwrite -
3 assureren
försäkra -
4 assureren
assurer -
5 страховать
vgener. verzekeren, assureren -
6 assure
v. verzekeren[ əsjoeə]♦voorbeelden:assure someone of one's support • iemand van zijn steun verzekeren -
7 underwrite
v. handtekening zetten (ook bij verzekering)[ undərajt]4 〈 economie〉 zich verplichten tot het kopen van 〈 niet-geplaatste aandelen〉 ⇒ de verkoop garanderen van♦voorbeelden: -
8 страховать
vgener. verzekeren, assureren -
9 försäkra
1) veilig stellen2) assureren3) betuigen -
10 verzekeren
2 [bevestigen, garanderen] guarantee, assure3 [assureren] insure ⇒ 〈Brits-Engels ook; voornamelijk levensverzekering〉 assure, 〈 voornamelijk zeeverzekering〉 underwrite♦voorbeelden:II 〈wederkerend werkwoord; zich verzekeren〉♦voorbeelden:zich van een goede plaats verzekeren • secure a good place (for oneself)
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский
- Шведский