-
21 feather
n. veer, pluim--------v. met veren versieren, met veren bedekkenfeather1[ feðə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:¶ a feather in one's cap • iets om trots op te zijn, een eerruffle someone's feathers • iemand tegen de haren instrijken————————feather2〈 werkwoord〉1 met veren bekleden ⇒ van veren voorzien, bevederen♦voorbeelden: -
22 fly
adj. uitgeslapen, uitgekookt (slang)--------n. vlieg; flap; vlucht; gulp (van de broek); tent opening--------v. vliegen (vogel); vliegen (vliegtuig); besturen v.e. vliegtuig; laten vliegen; wegvluchten; wegrennen; snel voorbijgaan; laten waaien; waaien; overstekenfly1[ flaj] 〈→ Sporttermen: RugbySporttermen: Rugby/〉I 〈telbaar zelfstandig naamwoord; meervoud: flies〉1 vlieg3 〈 in samenstellingen〉gevleugeld/vliegachtig insect♦voorbeelden:not harm/hurt a fly • geen vlieg kwaad doen4 your fly is undone! • je gulp staat open!a fly on the wall • een spion→ Spanish Spanish/♦voorbeelden:————————fly2————————fly33 〈 benaming voor〉 zich snel voortbewegen ⇒ vliegen, (voorbij)snellen; vluchten; omvliegen, vervliegen 〈 van tijd〉; wegvliegen 〈 van geld〉; verdwijnen, optrekken 〈 van mist〉; uit elkaar springen, alle kanten op vliegen 〈 van glas〉♦voorbeelden:fly in/out • aankomen/vertrekken per vliegtuigfly past • (in formatie) over/voorbij vliegenfly to the help of someone • iemand te hulp snellenmake the money fly • met geld smijtentime flies (like an arrow) • de tijd vliegtlet fly • (af)schieten/vuren; laten schieten〈 informeel〉 we're very late, we must fly • we zijn erg laat, we moeten rennenthe door flew open • de deur werd plotseling geopendfly into a rage/passion/temper • in woede ontstekenthe glass flew to bits/into pieces • het glas spatte in stukjes uiteenthe child flew towards its father • het kind vloog zijn vader tegemoetfly upon someone • iemand aanvliegenshe's flying high • het gaat haar voor de windII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
23 straight
adj. recht; eerlijk; in orde; puur--------adv. recht; eerlijk, in orde--------n. rechte eind (v. renbaan); eerlijkheidstraight1[ street] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————straight2〈bijvoeglijk naamwoord; straightness〉3 open(hartig) ⇒ eerlijk, recht door zee4 strak ⇒ in de plooi, correct5 ordelijk ⇒ geordend, netjes6 direct ⇒ rechtstreeks, zonder voorbehoud♦voorbeelden:straight whisky • whisky puurkeep (someone) to the straight and narrow path • (iemand) op het rechte pad houden5 get this straight • knoop dit even goed in je oren, begrijp me goedput/set the facts/record straight • alle feiten op een rijtje zettenset someone straight about something • iemand de ware toedracht over iets meedelen————————straight3〈 bijwoord〉1 rechtstreeks ⇒ meteen, zonder omwegen♦voorbeelden:tell someone straight out • iemand iets vierkant in zijn gezicht zeggenthink straight • helder denkenstraight away/off • onmiddellijk -
24 zip
eindletters (extensie) ZIP, de eindletters van een bestand dat gekomprimeerd is met behulp van het ZIP programma; ZIP drive, een soort schijfstation voor verwijderbare disks (opslagmethode)zip1♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 she's still full of zip • zij zit nog vol leven/energie————————zip2〈 zipped〉1 snerpen ⇒ zoeven, scheuren3 vast/los/ingeritst worden♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ritsen♦voorbeelden:
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Arrow — (engl. „Pfeil“) steht für: ein israelisches Raketenabwehrsystem, siehe Arrow Rakete das Militärflugzeug Avro Canada CF 105 eine Version des Flugzeugs Piper PA 28 als AA 13 Arrow die NATO Codebezeichnung der russischen Rakete Wympel R 37 den… … Deutsch Wikipedia
Arrow — Arrow: Arrow (зоолог) общепринятое сокращение (обозначение) имени зоолога, которое добавляется к научным (латинским) названиям некоторых таксонов зоологической (бинарной) номенклатуры и указывает на то, что автором этих наименований является… … Википедия
ARROW (K. J.) — ARROW KENNETH JOSEPH (1921 ) Économiste et mathématicien américain, Kenneth Joseph Arrow s’est signalé par un certain nombre d’apports théoriques, dont le plus connu est sans nul doute le théorème d’impossibilité (1952). Reprenant un problème… … Encyclopédie Universelle
arrow — (n.) early 14c., from O.E. arwan, earlier earh arrow, possibly borrowed from O.N. ör (gen. örvar), from P.Gmc. *arkhwo (Cf. Goth. arhwanza), from PIE root *arku bow and/or arrow, source of Latin arcus (see ARC (Cf. arc) (n.)). The ground sense… … Etymology dictionary
Arrow — Ar row, n. [OE. arewe, AS. arewe, earh; akin to Icel. [ o]r, [ o]rvar, Goth. arhwazna, and perh. L. arcus bow. Cf. {Arc}.] A missile weapon of offense, slender, pointed, and usually feathered and barbed, to be shot from a bow. [1913 Webster]… … The Collaborative International Dictionary of English
arrow — [ar′ō, er′ō] n. [OE earh, arwe; akin to Goth arhwa (for IE base see ARC); orig. sense of arrow was “belonging to the bow”] 1. a slender shaft, usually pointed at one end and feathered at the other, for shooting from a bow 2. anything like an… … English World dictionary
Arrow — [ ærəʊ], Kenneth Joseph, amerikanischer Volkswirtschaftler, * New York 23. 8. 1921; Professor an der Harvard University (1968 79) und der Stanford University (1949 68, seit 1979). Arrow beschäftigt sich v. a. mit Problemen der Wachstums und… … Universal-Lexikon
Arrow — Arrow, Kenneth J … Enciclopedia Universal
arrow — [n] pointed weapon or symbol bolt, cursor, dart, indicator, missile, pointer, projectile, shaft; concept 500 … New thesaurus
arrow — ► NOUN 1) a stick with a sharp pointed head, designed to be shot from a bow. 2) a symbol resembling this, used to show direction or position. ► VERB ▪ move swiftly and directly. DERIVATIVES arrowed adjective. ORIGIN Old Norse … English terms dictionary
Arrow — [ar′ō, er′ō] Kenneth Joseph 1921 ; U.S. economist … English World dictionary