-
21 omklappen
-
22 stoel
♦voorbeelden:de stoel van de tandarts • le fauteuil du dentisteeen hoge stoel • une chaise à haut dossiereen luie, gemakkelijke stoel • un fauteuil〈 figuurlijk〉 iets niet onder stoelen of banken steken • ne pas faire mystère de qc.〈 figuurlijk〉 de poten onder iemands stoel wegzagen • couler qn.voor stoelen en banken praten • parler dans le vide -
23 vouwstoel
-
24 leuning
1 [met betrekking tot trap] (hand)rail -
25 stoelleuning
-
26 Armlehne
-
27 Seitenlehne
Страницы
- 1
- 2