-
1 arme
n. (Frans) wapen, instrument gwebruikt voor aanval of verdediging in gevecht (bv zwaard, geweer, klauw, enz) -
2 go slumming
arme woonwijken bezoeken -
3 poor creature
arme ziel -
4 poor people
arme mensen; behoeftige mensen, zielige mensen, door het lot geslagen -
5 poor quality
arme kwaliteit, slechte kwaliteit -
6 poor soil
arme grond (grond waarop moeilijk verbouwd kan worden) -
7 poor soul
arme ziel -
8 poor thing
arme ziel -
9 bugger
n. sodomiet; lulhanes--------v. sodomie bedrijvenbugger1[ bugə] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈 vulgair〉pederast, sodomiet3 (arme) drommel ⇒ (arme) donder, kerel♦voorbeelden:¶ bugger-all • geen sodemieter, geen flikker————————bugger2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:bugger it, you've messed the whole thing up • sodeju, je hebt er een puinhoop van gemaakt -
10 a deprived area
een achtergestelde/arme streek -
11 beggar
n. bedelaar, iemand die bedelt, arm iemand,arme, behoeftig iemand; man of jongen (Slang)--------v. tot de bedelstaf brengen, ruïnerenbeggar1[ begə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————beggar2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
12 bleat
n. blaten, blaten van schapen--------v. blèren, mekkeren; arme taal sprekenbleat1[ blie:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————bleat2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:bleat about his bad health • zeuren over zijn slechte gezondheid -
13 bleeder
-
14 blighter
-
15 breadline
n. rij waarin mensen wachten om een vrije maaltijd te krijgen (in bijzonder arme mensen die geen geld hebben om een lunch te kopen)breadline♦voorbeelden: -
16 decaffeinnate
[ die:kæfinneet]1 cafeïnevrij/cafeïnearm maken♦voorbeelden:1 decaffeinnated coffee • cafeïnevrije/arme koffie -
17 decaffeinnated coffee
cafeïnevrije/arme koffie -
18 deprived
adj. benadeeld; beroofd[ diprajvd]1 misdeeld ⇒ achtergesteld, arm♦voorbeelden:1 a deprived area • een achtergestelde/arme streekthe deprived • de misdeelden -
19 devil
n. duivel; geest, spook--------v. lastig vallen, martelendevil1[ devl]I 〈eigennaam; voornamelijk Devil; the〉1 duivel2 man/jongen ⇒ donder, kerel♦voorbeelden:devil take the hindmost • ieder voor zich en God voor ons allenthe devil's own luck • geweldige mazzelbe a devil • kom op, spring eens uit de band〈 slang〉 go to the devil! • loop naar de bliksem!there'll be the devil to pay • dan krijgen we de poppen aan het dansenthe devil you will/can • jazeker welthe devil he won't/can't • om de dooie dood nietwhat/where/who the devil • wat/waar/wie voor de duivel(work) like a devil • (zich) uit de naad (werken)a/the devil of an undertaking • een helse klusour John is a devil with the ladies • onze John is een grote versierder→ deep deep/————————devil2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 pittig gekruid grillen/peperen -
20 distress
n. nood, gevaar; verdriet, spijt--------v. leed berokkenen, pijn/verdriet doendistress1[ distres]1 leed ⇒ verdriet, zorg1 nood ⇒ armoede, tegenspoed♦voorbeelden:utter a cry of distress • een noodkreet slaken————————distress2〈 werkwoord〉1 leed berokkenen ⇒ pijn/verdriet doen♦voorbeelden:2 the sight of all those poor people distressed me • bij het zien van al die arme mensen raakte ik van streek
См. также в других словарях:
armé — armé … Dictionnaire des rimes
arme — [ arm ] n. f. • 1080; lat. plur. arma I ♦ A ♦ 1 ♦ Instrument ou dispositif servant à tuer, blesser ou à mettre un ennemi dans l impossibilité de se défendre. Armes de guerre. ⇒ armement. Armes de chasse. Fabrication, fabrique d armes. ⇒ armurerie … Encyclopédie Universelle
armé — arme [ arm ] n. f. • 1080; lat. plur. arma I ♦ A ♦ 1 ♦ Instrument ou dispositif servant à tuer, blesser ou à mettre un ennemi dans l impossibilité de se défendre. Armes de guerre. ⇒ armement. Armes de chasse. Fabrication, fabrique d armes. ⇒… … Encyclopédie Universelle
arme — ARME. s. f. Instrument qui sert à attaquer ou à se défendre. Arme offensive. Arme défensive. Arme à feu. Arme blanche. Le fusil et le pistolet sont des armes à feu. L épée et la baïonnette sont des armes blanches. Arme à l épreuve. Arme d une… … Dictionnaire de l'Académie Française 1798
armé — Armé, [arm]ée. part. Il a toutes les significations de son verbe. Un homme bien monté, bien armé. armé de toutes pieces. armé à crû. armé de pied en cap. armé à la legere ou legerement. pesamment armé. armé d espée & de pistolets. les Princes… … Dictionnaire de l'Académie française
armé — armé, ée (ar mé, mée) part. passé. 1° Pourvu d armes. Hommes armés. Mal armé, à moitié armé. Soldats armés à la légère. Soldat pesamment armé. Armé d un couteau. Familièrement, être armé jusqu aux dents, être pourvu de toutes les armes… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
arme — ARME. s. f. Instrument de guerre fait pour attaquer ou pour se deffendre. Une halebarde, une pertuisane est une bonne arme. Arme d hast, Qui a une hampe, comme une halebarde, un espieu, une pique. Arme à feu, Comme le pistolet, l arquebuze, le… … Dictionnaire de l'Académie française
armé — Armé, m. acut. C est un nom participial adjectif, Armatus. Celuy qui est equippé d armes pour la guerre, soit de toutes pieces, qu on dit armé de pied en cap, Cataphractus miles, et un cheval armé quand il est couvert de bardes, chanfrain et… … Thresor de la langue françoyse
arme — arme; en·arme; … English syllables
Arme — Arme, s. u. Arm u. Armenwesen … Pierer's Universal-Lexikon
arme — v. arma … Enciclopedia Italiana