-
1 guileless
-
2 arglos
-
3 бесхитростный
onberekend, argeloos, naïef, ongekunsteld -
4 наивный
naief, argeloos -
5 доверчивый
adjgener. argeloos, goed van vertrouwen, vol vertrouwen -
6 невинный
adjgener. onschuldig, rein, argeloos, naief, onbedorven, schuldeloos -
7 ничего не подозревающий
Russisch-Nederlands Universal Dictionary > ничего не подозревающий
-
8 простодушный
adjgener. naief, kinderlijk, argeloos, gek, goedrond, onnozel -
9 простосердечный
adjgener. argeloos, openhartig -
10 artless
adj. ongekunsteld; natuurlijk; onschuldig[ a:tləs] 〈 artlessness〉1 ongekunsteld ⇒ argeloos, onschuldig -
11 harmless
-
12 ingenuous
adj. ongekunsteld, openhartig, naïef[ indzjenjoeəs] 〈 ingenuousness〉1 argeloos ⇒ naïef, onschuldig, ongekunsteld -
13 simple-minded
-
14 unsuspecting
adj. onverdacht -
15 artlessness
n. argeloos, natuurlijkheid; zonder kunsttalent -
16 harmlessly
adv. ongevaarlijk, onschadelijk; onschuldig, argeloos -
17 simpleminded
adj. eenvoudig; argeloos -
18 simplemindedly
adv. eenvoudig; argeloos; overal in gelovend -
19 unsuspiciously
adv. niet achterdochtig, argeloos -
20 confiant
Страницы
- 1
- 2