-
41 een koning afzetten
een koning afzettenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een koning afzetten
-
42 een speler van de bal afzetten
een speler van de bal afzettenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een speler van de bal afzetten
-
43 een vriend thuis afzetten
een vriend thuis afzettenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een vriend thuis afzetten
-
44 hij kan de gedachte eraan niet van zich afzetten
hij kan de gedachte eraan niet van zich afzettenhe can't put the thought/idea out of his headVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij kan de gedachte eraan niet van zich afzetten
-
45 je moet je niet overal zo laten afzetten!
je moet je niet overal zo laten afzetten!don't pay through the nose for everything!Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > je moet je niet overal zo laten afzetten!
-
46 op iemand komen afzetten
op iemand komen afzettenmake/go for someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > op iemand komen afzetten
-
47 zich afzetten tegen (iets/iemand)
zich afzetten tegen (iets/iemand)react against (something/someone)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich afzetten tegen (iets/iemand)
-
48 zijn hoed afzetten
zijn hoed afzettenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn hoed afzetten
-
49 met kant afzetten
гл.общ. обшивать кружевами -
50 met prikkeldraad afzetten
гл. -
51 op komen afzetten
нареч.общ. (iem.) угрожающе приближаться (к кому-л.) -
52 zich afzetten
гл. -
53 iem. afzetten
[ambtsdrager, passagier etc.]jdn. absetzen [Amtsträger, Fahrgast etc.] -
54 van zich afzetten
v. dismiss, put away -
55 to mark off
afzetten -
56 let off
afzetten, laten uitstappen; afvuren, afsteken; vrijstellen, vrijuit laten gaanlet offII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 afvuren ⇒ afsteken, af laten gaan3 excuseren ⇒ vrijuit laten gaan, vrijstellen van♦voorbeelden:let off a gun • een pistool afvurenbe let off with • er afkomen met -
57 высадить
afzetten, ontschepen, aan land zetten ; uitpoten, verplanten -
58 высаживать
afzetten, ontschepen, aan land zetten ; uitpoten, verplanten -
59 amputashon
afzetten, afzetting, amputeren, amputatie; amputatie [F], wegneming [F]Dicionário Português-Holandês e Holandês-Português > amputashon
-
60 amputá
afzetten [v], amputeren [v], wegsnijden [v]
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Нидерландский
- Пенджабский
- Русский
- Французский
- Шведский
afzetten
Страницы