-
1 abtreten
abtreten1 zich verwijderen, weg-, afgaan♦voorbeelden:die Soldaten traten ab • de soldaten rukten inII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
2 abgeben
abgeben4 afstaan, overlaten6 uitbrengen, uitspreken♦voorbeelden:einen schönen Rahmen abgeben • een mooi kader vormen1 zich afgeven, zich inlaten met -
3 abstehen
abstehen♦voorbeelden:〈 overgankelijk werkwoord〉 ich habe mir die Beine abgestanden • ik heb staan wachten tot ik een ons woog -
4 abstellen
abstellen1 in overweging nemen ⇒ in aanmerking nemen, rekening houden met♦voorbeelden:1 der Direktor stellte darauf ab, dass … • de directeur nam in overweging, dat …II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 af-, neerzetten6 verhinderen ⇒ tegengaan; uit de weg ruimen9 〈 sport en spel〉afstaan, ter beschikking stellen♦voorbeelden: -
5 einräumen
einräumen2 onderbrengen, opbergen (in)4 verlenen, geven ⇒ toestaan, -geven♦voorbeelden:jemandem einen Kredit einräumen • iemand een krediet verlenen -
6 herausrücken
-
7 jemandem seinen Platz abtreten
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemandem seinen Platz abtreten
-
8 lassen
lassen♦voorbeelden:1 lass doch! • laat dat toch!, laat maar!II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:lasst uns gehen! • laten we, laat ons gaan!lass sehen! • laat eens zien!die Kinder weinen lassen • (a) de kinderen (maar) laten huilen; (b) de kinderen aan het huilen makenjemanden ins Haus lassen • iemand binnenlatenich ließ niemanden zu mir • ik wilde niemand ziendagegen lässt sich nicht viel machen • daar is niet veel aan, tegen te doendie Tür ließ sich nicht öffnen • de deur was niet open te krijgenhier lässt es sich gut sein • hier is het goed toevendas Bier lässt sich trinken • dat bier is (wel, goed) te drinken6 ich lasse dir das Buch für 20 Mark • ik geef, verkoop jou het boek voor 20 markich ließ ihm den Spaß • ik gunde hem de lollass dir Zeit! • neem er de tijd voor!¶ man muss ihm lassen, dass er … • men moet hem nageven dat hij … -
9 überlassen
überlassen1————————überlassen21 overlaten (aan) ⇒ afstaan (aan); ter beschikking stellen♦voorbeelden:sich selbst überlassen sein • aan zichzelf overgelaten zijnjemandem etwas billig überlassen • iemand iets goedkoop verkopen, laten
См. также в других словарях:
afstaan — Hamburg • abgestanden … Plattdeutsch-Hochdeutsch