-
1 afsluiten
1 [ontoegankelijk maken] close (off/up)4 [tot stand brengen] conclude 〈 bijvoorbeeld contract〉 ⇒ enter into 〈 overeenkomst〉, negotiate 〈 hypotheek〉6 [verwijderd houden van] cut off♦voorbeelden:2 heb je de voordeur goed afgesloten? • have you locked the front door? -
2 afsluiten
v. cut off, disconnect, shut off; lock up, close, shut; barricade, block, obstruct -
3 afsluiten
• to close• to conclude• to cover• to cut off• to match• to seal• to shut off• to terminate• to turn off -
4 afsluiten met een examen
afsluiten met een examenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > afsluiten met een examen
-
5 affaires afsluiten
affaires afsluitenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > affaires afsluiten
-
6 de boeken bijhouden/afsluiten/controleren
de boeken bijhouden/afsluiten/controlerenkeep/close/audit the books/accountsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de boeken bijhouden/afsluiten/controleren
-
7 de gastoevoer afsluiten
de gastoevoer afsluitencut/shut off the gas supplyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de gastoevoer afsluiten
-
8 de stroom afsluiten
de stroom afsluitenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de stroom afsluiten
-
9 de waterleiding afsluiten
de waterleiding afsluitenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de waterleiding afsluiten
-
10 een (dienst)jaar afsluiten
een (dienst)jaar afsluitenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een (dienst)jaar afsluiten
-
11 een eeuwigdurende lening afsluiten
een eeuwigdurende lening afsluitenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een eeuwigdurende lening afsluiten
-
12 een hoofdstuk afsluiten
een hoofdstuk afsluitenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een hoofdstuk afsluiten
-
13 een hypotheek afsluiten
een hypotheek afsluitenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een hypotheek afsluiten
-
14 een levensverzekering afsluiten
een levensverzekering afsluitenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een levensverzekering afsluiten
-
15 een optiekoop afsluiten
een optiekoop afsluitentake up a call (option), use an option to make a purchaseVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een optiekoop afsluiten
-
16 een optieverkoop afsluiten
een optieverkoop afsluitentake up a put option, use an option to make a saleVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een optieverkoop afsluiten
-
17 een verzekering aangaan/afsluiten
een verzekering aangaan/afsluitentake out insurance/an insurance policyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een verzekering aangaan/afsluiten
-
18 een weddenschap afsluiten/aangaan
een weddenschap afsluiten/aangaanmake/place a betVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een weddenschap afsluiten/aangaan
-
19 een weg afsluiten voor verkeer
een weg afsluiten voor verkeerVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een weg afsluiten voor verkeer
-
20 iets gasdicht afsluiten
iets gasdicht afsluitenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets gasdicht afsluiten
См. также в других словарях:
Parti Populaire — – PersonenPartij Parteivorsitzender … Deutsch Wikipedia