-
1 dimension
dimension [diemãsjõ]〈v.〉2 omvang ⇒ grootte, belang3 aspect ⇒ eigenschap, kenmerk4 dimensie♦voorbeelden:2 prendre les dimensions de qn. • iemand beoordelen (naar zijn gedrag, houding)prendre la dimension, les dimensions de qc. • het belang van iets weten te onderscheiden; de proporties aannemen van iets, iets wordenà la dimension, aux dimensions de • in overeenstemming met4 à deux, trois dimensions • twee-, driedimensionaalf1) afmeting2) grootte, belang3) eigenschap4) dimensie -
2 énormité
énormité [eenormietee]〈v.〉1 (enorme) stommiteit ⇒ enorme flater, enorme fout2 monsterlijkheid ⇒ afschuwelijkheid, buitensporigheid♦voorbeelden:f3) enorme afmeting, reusachtigheid -
3 calibrer
-
4 dosage
-
5 gabarit
-
6 métrage
métrage [meetraazĵ]〈m.〉1 (het) afmeten ⇒ (het) afpassen, afmeting♦voorbeelden:court métrage • korte filmlong métrage • avondvullende film
См. также в других словарях:
Дельпрат — Исаак Поль (Delprat, 1793 1880) нидерланд. математик и военный инженер. С 1823 г. профессор математики и физики в военной акад. в Бреде; преобразовал военное образование в Нидерландах. Кроме многочисленных сочин. по статике, динамике и механике,… … Энциклопедический словарь Ф.А. Брокгауза и И.А. Ефрона