-
1 binding point
verbindend punt, verbindingspunt (verbindingspunt tussen electrische of mechanische componenten) -
2 T-junction
-
3 linkup
-
4 terminal
adj. finaal; ongeneeslijk; hopeloos--------n. station, terminaal, verbindingspuntterminal1[ tə:minl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 〈 techniek, technologie〉(contact/(aan)sluit/pool)klem————————terminal21 eind- ⇒ slot-, laatste3 van/met betrekking tot (onderwijs)periode/termijn ⇒ termijn-, trimester-, kwartaal-, semester-♦voorbeelden:1 terminal station • eind/kopstation3 terminal examinations • trimester/semesterexamens -
5 LPT
n. LPT poort (in computers het verbindingspunt aan de computer voor een printer, een parallelle verbinding; de naam die aan een parallelle verbinding in DOS is gegeven) -
6 esophagogastric junction
n. (Medicijnen) verbindingspunt van slokdarm en maagepitheel -
7 hemagglutinin
n. Verbindingspunt van rode bloedcellen -
8 jct.
n. Kruispunt, ontmoetingspunt, verbindingspunt (verk. van junction) -
9 junctional
adj. van kruising, van verbindingspunt -
10 serial port
rijuitgang (verbindingspunt in computer naar omvangrijke uitrusting, die overdracht van BIT mogelijk maakt, de een na de ander) -
11 tie in
n. verbinding, band, verbindingspunt; iets dat verbindt; iets dat verbindt--------v. in verbinding zijn met; associeren, verbinden, relateren, verbinden -
12 junction
junctieknooppuntovergangsamenkomstsamenvoegingverbindingspunt
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский