-
1 houden
1 [behouden] keep2 [vast-, tegenhouden] hold3 [niet laten vallen] hold4 [tot zijn gebruik, genoegen in huis hebben; ook met betrekking tot personeel] keep5 [niet opgeven, niet verlaten] hold, keep7 [in een (toe)stand laten blijven] keep11 [+ voor] [achten] take to be ⇒ consider to be/as♦voorbeelden:1 zijn geur/kleur/smaak houden • keep its aroma/colour/tasteje mag het houden • you can keep/have itiets voor zichzelf houden • keep something for oneselfhij was niet te houden • there was no stopping himer was geen houden meer aan • it could no longer be stopped4 kippen/duiven houden • keep hens/pigeonsvreemde ideeën/gewoonten erop na houden • have funny ideas/habitswat voor politieke ideeën houdt hij erop na? • what are his political ideas?rechts houden • keep (to the) rightde blik op iets gericht houden • keep looking at somethinglaten we het gezellig houden • let's keep it/things niceik zal het kort houden • I'll keep it shortde prijzen laag houden • keep prices down/lowlaten we het netjes houden • let's keep it cleaniemand eronder houden • keep someone downhij kan er niets in houden • he can't keep anything downiemand aan het werk/aan de praat houden • keep someone busy/talkingergens een lucifer bij houden • put a match to somethinghij kon er zijn gedachten niet bij houden • he couldn't keep his mind on itiets tegen het licht houden • hold something up to the lightiemand tegen zich aan houden • clasp someone to oneselfiemand van zijn werk houden • keep someone from his/her workhou je commentaar maar vóór je • keep your remarks to yourselftwee mensen/zaken niet uit elkaar kunnen houden • not be able to tell two people/things apartik kon hun namen niet uit elkaar houden • I kept getting their names mixed uporde houden • keep order9 een lezing houden • give/deliver a lectureuitverkoop houden • hold/have a sale10 (een) café/winkel houden • keep/run a café/shopiets voor gezien houden • leave it at that, call it a dayiemand voor zijn broer houden • mistake someone for his brotherwaar hou je me voor? • what do you take me for?ik hou het niet meer • I can't take/stand it any moreik hou(d) het erop dat hij onschuldig is • I consider him (to be) innocenthet bij frisdrank houden • stick to soft drinkshet met iemand houden • 〈 onder één hoedje spelen〉 be in with someone; 〈 met betrekking tot seksuele relatie〉 be carrying on with someonewe houden het op de 15e • let's make it the 15th, thenik hou het op Ajax • I'm backing Ajax1 [+ van] [liefhebben] love4 [het niet begeven] hold♦voorbeelden:veel van iemand houden • love someone a lot/very muchvan iemand gaan houden • fall in love with someone2 niet van dansen/cognac houden • not like dancing/cognachij houdt wel van een grapje • he likes a bit of jokezij houdt niet van dat soort grapjes • she doesn't like those kinds of jokeshij houdt niet zo van feestjes/toespraken • he's not (much of a) one for parties/speechesik hou meer van bier dan van wijn • I prefer beer to winedie knoop houdt niet • that knot won't holdde verf houdt niet • the paint won't stick/is peelingIII 〈wederkerend werkwoord; zich houden〉1 [+ aan] [niet afwijken van] keep to 〈 regels, dieet, verdrag, termijn, programma, afspraak〉; adhere to 〈 overeenkomst, instructies〉; abide by 〈 beslissing, vonnis〉; comply with, observe 〈 regels, voorwaarden, regel van de wet〉2 [blijven] keep3 [schijn aannemen] pretend to be♦voorbeelden:2 zich goed houden • 〈 niet lachen〉 keep a straight face; 〈 zich niet door emoties laten overmannen〉 bear up wellhij kon zich niet goed houden • he couldn't help laughing/cryingik zou me er maar buiten houden • I'd keep out of it (if I were you)hou je erbuiten! • (you) keep out of it!3 zich dom/slapend houden • pretend to be deaf/asleep¶ hij wist niet hoe hij zich moest houden • he didn't know what to do/how to behave -
2 halfzwaargewicht
n. light-heavy weight, weight category for athletes (approximately 75 - 81 kilograms) -
3 belasting
2 [psychische druk] burden, pressure3 [verplichte bijdrage aan de overheid] tax(ation) ⇒ 〈 plaatselijk, op onroerend goed; Brits-Engels〉 rate(s)5 [dienst] tax authorities ⇒ ±BInland Revenue, ±AIRS, ±Internal Revenue Service6 [genetica] hereditary defect♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 belasting van het milieu met chemische producten • burdening of the environment with chemicalsdode belasting • dead weightnuttige belasting • payloadde maximaal toelaatbare belasting • the maximum permitted loadbij volle belasting • when fully ladenbelasting heffen • levy taxesbelasting inhouden op het loon • deduct tax from someone's wagesbelasting innen • collect tax(es)belasting ontduiken • evade taxin de belasting aangeslagen worden • be assessed for taxiemand van de belastingen • someone from the tax office -
4 gelden
1 [meetellen] count4 [betreffen] concern♦voorbeelden:2 de boycot deed zich gelden • the boycott took/started to take effectzijn rechten doen gelden • assert one's rightsrecht kunnen doen gelden op • be able to claim, be entitled toeen vijf geldt voor/als onvoldoende • a five counts as a failgelden als norm • be the standarddit document geldt niet als betaling • this document is not acceptable as paymentdeze wet geldt hier niet • that law doesn't apply herehetzelfde geldt voor hem • that goes for him too4 mijn opmerking geldt jouw vriend • 〈 bestemd voor〉 my remark is meant for your friend; 〈 heeft betrekking op〉 my remark concerns your friendII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [betreffen] concern♦voorbeelden: -
5 karaat
n. carat, unit for measuring the weight of precious stones (equal to 200 milligrams); unit for measuring the quality of gold -
6 afvallen
1 [naar beneden vallen] fall off/down2 [niet meer meetellen] drop out3 [ontrouw worden] abandon4 [afslanken] lose weight5 [overschieten] be left (over)6 [tegenvallen] be disappointing7 [scheepvaart] bear away♦voorbeelden:3 iemand afvallen • desert/abandon someone -
7 meetellen
1 [in een telling opnemen] count also/in ⇒ include1 [mede van belang zijn] count♦voorbeelden:1 laten meetellen • count as well, give great weight tohij telt daar niet mee • he doesn't count (for much)/doesn't matter theredat telt niet mee • that doesn't countniet meer meetellen • no longer count (for anything) -
8 tellen
1 [getallen in een volgorde opnoemen] count2 [laten gelden; meetellen] count♦voorbeelden:1 even tellen … • let me see …niet tot tien kunnen tellen • not be very brighttot tien tellen • count (up) to ten2 die punten/jaren tellen dubbel • those points/years count double4 mensenlevens tellen daar niet • there's no regard for human life there, human life is cheap therezwaar tellen bij iemand • carry great weight with someonehet enige dat telt bij hem • the only thing that matters to him¶ op zijn tellen passen • watch one's step, mind one's p's and q'sII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [het aantal bepalen] count2 [aantreffen] find4 [geven om] attach (great) importance to♦voorbeelden:bij iets tellen • add to somethingniet te tellen! • hundreds/thousands (of them)!het bestuur telt drie leden • the board consists of three members4 iets (te) licht/(te) zwaar tellen • take something (too) lightly/(too) seriously -
9 veerbalans
n. spring balance, balance on which one hangs an item for weighing and the weight is determined by the degree of stretching of the balance -
10 partij
2 [politiek] party3 [met betrekking tot personen die een overeenkomst aangaan] (contracting) party4 [onbepaalde hoeveelheid] set ⇒ bunch, 〈 met betrekking tot goederen〉 batch, 〈 met betrekking tot goederen〉 lot, 〈 zending〉 consignment, 〈 zending〉 shipment5 [muziek] part6 [spel] game7 [feest] party8 [huwelijkspartner] match♦voorbeelden:de strijdende partijen • the warring partiesbeide partijen horen • hear both sidespartij kiezen • take sidesook partij kiezen voor/tegen iemand • side with/against someonegeen partij kiezen • not take sides〈 ook figuurlijk〉 partij zijn in een conflict • be involved in/be party to a conflictboven de partijen staan • be impartial3 de partijen komen overeen dat … • the (contracting) parties agree that …in grote partijen aankopen • purchase in bulk5 zijn partij(tje) meeblazen • 〈 zijn aandeel bijdragen〉 pull one's weight, do one's share/bit; 〈 zijn mannetje staan〉 stand up for oneself7 een partijtje geven • give/throw a party¶ goed/slecht partij geven • give a good/poor account of oneselfvan de partij zijn • join in (with something) -
11 stuk
stuk1〈 het〉1 [deel] piece ⇒ part, fragment, 〈 land〉 lot, length 〈 stof, plank, koord〉 〈ook → link=stukje stukje〉2 [(grote) hoeveelheid] lot7 [document] document, paper10 [muziekstuk] piece (of music)13 [gestalte] stature, build♦voorbeelden:1 stukken en brokken • bits and pieces, odds and endsiets in stukken snijden • cut something up (into pieces)een stuk met iemand meelopen • accompany someone part of the way〈 figuurlijk〉 werken dat de stukken er af vliegen • work with a vengeance/at full tiltiets aan stukken slaan/gooien • knock/smash something to piecesiets in stukken scheuren • tear something to pieceshet perceel werd in drie stukken verdeeld • the parcel was divided into three lotseen stuk uit een boek voorlezen • read a passage/section from a book〈 figuurlijk〉 een man uit één stuk • a man of character/of honour, salt of the earthuit één stuk vervaardigd • made in/of one pieceeen goed stuk werk • a fine piece of workeen stuk beter • much/a lot betterstukken beter • quite a lot/far bettermijn klas is een heel stuk voor • my class is well aheadzij is een stuk afgeslankt • she has lost quite a bit of weightdat zou ons een stuk verder brengen • that would help us a lotiets/iemand met stukken slaan • defeat someone/something by a large marginop geen stukken na • not by a long way/shot/ 〈 Brits-Engels ook〉chalk, not nearly3 een stuk gereedschap • a piece of equipment, a tooleen stuk speelgoed • a toyeen groot stuk zeep • a large cake/tablet of soapsigaren van twee gulden per stuk • cigars of two guilders each/apiece/a pieceper stuk verkopen • sell by the piece/singlystuk voor stuk werden de onderdelen vervangen • the parts were replaced one by onehet zijn stuk voor stuk deugnieten • they're rascals, every one of themtwintig stuks vee • twenty head of cattlevier stuks bagage • four pieces of luggageeen stuk of tien appels • about ten/ten or so apples4 aangetekend stuk • registered mail/letter/item5 een lekker stuk • a nice bit of skirt/stuff/crumpetiets met de stukken kunnen bewijzen • have documents to prove something11 een stuk in een broek zetten • patch a pair of trousers/ Apantshij had stukken op zijn ellebogen • he had elbow patches〈 informeel〉 een raar stuk vreten • a rum customer, a right one13 klein van stuk • small, of small stature, shortstukken aan toonder • bearer securities¶ op zijn stuk blijven staan • hold one's ground, stick to one's gunsvan zijn stuk raken • lose one's head, be put off one's balanceiemand van zijn stuk brengen • unsettle/unnerve/disconcert someoneeen stuk in de kraag hebben • be tight/plasteredop het stuk van … • as far as … is concerned————————stuk21 [aan stukken] apart, to pieces3 [onder de indruk, ingenomen met] impressed (by)♦voorbeelden:het kopje viel stuk • the cup fell to pieces/fell and brokeiets stuk maken • break/ruin something -
12 tillen
1 [omhoogheffende beweging maken] lift (a weight)♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
13 wegen
1 [het genoemde gewicht hebben] weigh♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 de belangen van de middenstand zwaarder laten wegen dan … • put the interests of the middle class before …niet veel wegen • not weigh mucheen paar kilo te veel wegen • be a couple of kilos overweightte veel/weinig wegen • be overweight/underweighteen kilo of drie te weinig wegen • be about three kilos shortII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [het gewicht bepalen van] weigh2 [figuurlijk] weigh♦voorbeelden:1 zich laten wegen • have oneself/be weighediets op de hand wegen • weigh something in one's hand -
14 zijn partij(tje) meeblazen
zijn partij(tje) meeblazen〈 zijn aandeel bijdragen〉 pull one's weight, do one's share/bit; 〈 zijn mannetje staan〉 stand up for oneselfVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn partij(tje) meeblazen
-
15 zwaar bij iemand wegen
zwaar bij iemand wegenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zwaar bij iemand wegen
См. также в других словарях:
Cigarette smoking for weight loss — is a practice dating to early knowledge of nicotine as an appetite suppressant. Tobacco use was associated with appetite suppression among pre Columbian indigenous Americans, and old world Europeans.[1] For decades, tobacco companies have… … Wikipedia
Weight loss — Classification and external resources ICD 9 783.21 For the episode of the American version of The Office, see Weight Loss (The Office). Weight loss, in the context of medicine, health or phys … Wikipedia
Weight Watchers — Rechtsform Aktiengesellschaft Gründung 1963 Sitz … Deutsch Wikipedia
Weight — This article is about the physical concept. For other uses, see Weight (disambiguation). A spring scale measures the weight of an object (according to the operational definition) … Wikipedia
Weight training — This article is about strength training using weight (gravity) to generate resistance to contraction. For basic principles on increasing the strength of muscles, see strength training. A complete weight training workout can be performed with a… … Wikipedia
Weight Watchers — Infobox Company company name = Weight Watchers International, Inc. company company type = Public company slogan = “Stop Dieting. Start Living.” foundation = 1963 location = 11 Madison Avenue New York, New York 10010 key people = David P.… … Wikipedia
Weight Gain 4000 — Infobox Television episode Title = Weight Gain 4000 Series = South Park Caption = Cartman, after too much Weight Gain 4000 Season = 1 Episode = 2 Airdate = August 27, 1997 Production = 102 Writer = Trey Parker Matt Stone Director = Trey Parker… … Wikipedia
Weight machine — A weight machine is an exercise machine used for weight training that uses gravity as the primary source of resistance, and a combination of simple machines to convey that resistance to the person using the machine. Each of the simple machines… … Wikipedia
weight down — verb weight down with a load (Freq. 1) • Syn: ↑burden, ↑burthen, ↑weight • Ant: ↑unburden (for: ↑burden) • … Useful english dictionary
weight room — noun Date: 1973 a room containing equipment for weight training … New Collegiate Dictionary
weight lifting — n. the athletic exercise or competitive sport of lifting barbells: also written weightlifting weight lifter n. weightlifter * * * Sport in which barbells are lifted competitively or as an exercise. The two main events are (1) the snatch, in which … Universalium