-
1 baisse
baisse [bes]〈v.〉1 daling ⇒ (het) dalen, (het) zakken2 (het) verminderen ⇒ (het) afnemen, daling, verlaging♦voorbeelden:la température est en baisse • de temperatuur daaltf1) daling [prijs]2) verlaging, vermindering3) baisse [beurs] -
2 Baisse
Baisse〈v.; Baisse, Baissen〉♦voorbeelden: -
3 baisse d'influence
baisse d'influence -
4 auf die Baisse spekulieren
auf (die) Baisse spekulierenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > auf die Baisse spekulieren
-
5 mouvements de hausse, de baisse
mouvements de hausse, de baisseprijsverhogingen, -verlagingenDictionnaire français-néerlandais > mouvements de hausse, de baisse
-
6 jouer à la baisse
jouer à la baisse -
7 la mer baisse
la mer baisse -
8 la température est en baisse
la température est en baisseDictionnaire français-néerlandais > la température est en baisse
-
9 le jour baisse
le jour baisse -
10 le vin a baissé
le vin a baissé -
11 opération ‘baisse des prix’
opération ‘baisse des prix’Dictionnaire français-néerlandais > opération ‘baisse des prix’
-
12 tendance à la baisse
tendance à la baisse -
13 short
adj. kort; laag; zonder, niet genoeg; -loos; klein; geconcentreerd; minder--------adv. opeens; weldra; in het kort; op de rand van; spoedig--------n. kort; te kort; kortaangebonden, kortaf; driftig; klein; bros; puur, niet met water aangemengd; beknopt (leerboeken); krap, karig, te weinig; plotseling; eenvoudiger manier; filmpje (slang)--------v. verkorten, kortsluitng (elekriciteit)short1[ sjo:t]♦voorbeelden:II 〈 meervoud〉————————short2〈bijvoeglijk naamwoord; shortness〉1 kort ⇒ klein, beknopt3 te kort ⇒ onvoldoende, karig, krap♦voorbeelden:short haul • transport over korte afstandshort story • kort verhaalshort view • kortzichtigheidtake the short view of something • iets op korte termijn ziennothing short of • niets minder dan, in één woordsomething short of • weinig minder dan, bijnalittle short of • weinig minder dan, bijnashort for • een afkorting vanin short • in het kort(at) short notice • (op) korte termijnin the short run/term • op korte termijnshort time • korte(re) werktijdshort change • te weinig wisselgeldshort measure • krappe maat, mancoshort memory • slecht geheugenshort of money • krap bij kasbe on short rations • (te) krap gerantsoeneerd zijnin short supply • schaars, beperkt leverbaarshort weight • ondergewichtshort by ten • tien te kort/te weinig/verwijderd vantwo short of fifty • op twee na vijftig(be) short of/on • te kort (hebben) aanshort temper • drift(igheid)short waist • verhoogde taille————————short3〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 four inches short • vier inches te kort/te weinigcome/fall short • tekortschietengo short (of) • gebrek hebben (aan)run short • bijna op zijnrun short of (something) • bijna zonder (iets) zitten2 bring/pull up short • plotseling stoppen/tegenhoudenstop short • plotseling ophoudennothing short of • slechts, alleen maar; niets minder danshort of • behalve, zonder→ long long/ -
14 baisser
baisser [beesee]1 dalen ⇒ zakken, verminderen, afnemen♦voorbeelden:les jours baissent • de dagen worden korterla mer baisse • het wordt eble vin a baissé • de wijn is goedkoper gewordenbaisser de 10% • dalen met 10%II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 neerlaten ⇒ naar beneden laten, laten zakken♦voorbeelden:baisser la tête • het hoofd buigenbaisser la vitre • het raampje naar beneden draaienbaisser les yeux • de ogen neerslaanfaire baisser les yeux à qn. • iemand beschaamd doen staan→ ton♦voorbeelden:1. v1) dalen, verminderen2) laten zakken3) verlagen4) zachter afstellen [radio]2. se baisserv -
15 играть на понижение
Russisch-Nederlands Universal Dictionary > играть на понижение
-
16 понижение денежного курса
nbusin. baisseRussisch-Nederlands Universal Dictionary > понижение денежного курса
-
17 понижение ценности фондов
nbusin. baisseRussisch-Nederlands Universal Dictionary > понижение ценности фондов
-
18 bear
n. beer--------v. bevallen--------v. dragen; dulden; verdragen; bijstaan; leidenbear1[ beə] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: in betekenis 0.1 ook bear〉1 beer→ sore sore/————————bear25 druk uitoefenen ⇒ duwen, leunen♦voorbeelden:bear near • naderenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 dragen4 hebben/voelen voor ⇒ toedragen, koesteren5 verdragen ⇒ dulden, uitstaan9 drijven ⇒ duwen, drukken♦voorbeelden:be borne away • meegesleept wordenbear away/off a prize • een prijs in de wacht slepenhis letter bore no signature • zijn brief was niet ondertekendbear signs/traces of • tekenen/sporen vertonen vanborne by • geboren uit -
19 sell short
-
20 short sale
- 1
- 2
См. также в других словарях:
baisse — [ bɛs ] n. f. • 1577; de baisser 1 ♦ Le fait de baisser de niveau, de descendre à un niveau plus bas. ⇒ diminution; abaissement, affaissement, descente. Baisse de niveau. La baisse des eaux, de la marée. ⇒ décrue, reflux. Baisse de température.… … Encyclopédie Universelle
baissé — baissé, ée (bè sé, sée) part. passé. 1° Incliné et dirigé en bas. Tenant les yeux baissés vers la terre. • L oeil morne maintenant et la tête baissée, RAC. Phèdre, V, 5. Fig. Tête baissée, loc. adv. Hardiment, sans rien considérer ni… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
Baisse — Sf Tiefstand der Wertpapiere per. Wortschatz fach. (19. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus frz. baisse, zu frz. baisser senken , zu ml. bassus niedrig, flach . Ebenso nndl. baisse, nschw. baisse, nnorw. baisse. ✎ DF 3 (21997), 16 18. französisch… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
baisse — BAISSE. s. f. Déchet. Il se dit Des espèces ou des Papiers royaux commerçables, qui tombent au dessous du prix qu il avoient. La baisse des Actions. [b]f♛/b] On dit, Jouer à la baisse, pour dire, Parier que les Actions baisseront … Dictionnaire de l'Académie Française 1798
Baisse — (frz., spr. bäß), das Sinken des Kurses der Staatspapiere, Aktien und anderer Wertpapiere sowie der Waren, die an der Börse gehandelt werden; die darauf gerichtete Spekulation, genannt à la baisse; Baissier (spr. bäßjeh), auch Fixer und… … Kleines Konversations-Lexikon
Baisse — (frz. Bäß), auf der Börse das Sinken der Werthpapiere; die Speculation darauf heißt Sp. à la baisse und der Speculant baissier … Herders Conversations-Lexikon
Baisse — Baisse,die:⇨Kursrückgang Baisse 1.Kurssturz,Preissturz 2.Konjunkturrückgang,Konjunkturniedergang … Das Wörterbuch der Synonyme
baisse — [BES] s. f. speculaţie la bursă practicată la operaţiuni de vânzare pe termen, constând în vânzarea titlurilor de valoare sau a mărfurilor la un curs ridicat cu scopul de a le răscumpăra, la expirarea termenului, la un curs mai scăzut. (< fr.… … Dicționar Român
Baisse — 〈 [bɛ:s] f.; Gen.: , Pl.: n; Börse〉 Kurssturz, niedriger Stand (von Aktien), Preisfall; Ggs.: Hausse; auf (die) Baisse spekulieren fallende Kurse ausnützen, Wertpapiere bei niedrigem Stand einkaufen, um sie dann bei höherem Stand wieder zu… … Lexikalische Deutsches Wörterbuch
baissé — Baissé, [baiss]ée. part. Baissé contre terre. aller teste baissée. S en venir teste baissée, Se dit proprement de ceux qui vont hardiment au combat, & qui attaquent courageusement les ennemis. Il se dit aussi, De ceux qui se portent à faire… … Dictionnaire de l'Académie française
Baisse — (fr., spr. Bäß), niedriger Stand u. Herabdrücken der Börsenpapiere; daher Baissiers (spr. Bässiehs), die Börsenspeculanten, welche auf das Fallen der Papiere rechnen … Pierer's Universal-Lexikon