-
1 degree
n. graad; mate; rang[ digrie:]♦voorbeelden:degree of latitude/longitude • breedte/lengtegraad1 mate ⇒ hoogte, graad, trap♦voorbeelden:1 degrees of ability/skill • niveaus van aanleg/vaardigheidto a high degree • tot op grote hoogtenot in the slightest degree • niet in het minstby degrees • stukje bij beetje, gaandewegto what degree • in hoeverre, tot op welke hoogte
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский