-
1 dam
n. (stuw)dam--------v. inperken, afdammendam1[ dæm] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 barrière ⇒ belemmering, hinderpaal————————dam2〈werkwoord; dammed〉♦voorbeelden: -
2 Wehr
Wehr1〈v.; Wehr, Wehren〉♦voorbeelden:————————Wehr2〈o.; Wehr(e)s, Wehre〉 -
3 weir
-
4 Stauwehr
-
5 запруда
ngener. afsluiting, beer, dam, afdamming, keerdam, stuw, stuwdam, waterkering -
6 плотина
ngener. afdamming, beer, afsluiting, dam, dijk, keerdam, stuw, stuwdam, waterkering
См. также в других словарях:
Polnische Grammatik — Dieser Artikel beschreibt die Grammatik der polnischen Sprache unter Einbeziehung einiger sprachgeschichtlicher Anmerkungen und dialektaler Besonderheiten. Das Polnische als westslawische Sprache hat in der Deklination wie die meisten anderen… … Deutsch Wikipedia