-
1 schoonmaken
1 [reinigen] nettoyer2 [uitvegen] essuyer♦voorbeelden:penselen schoonmaken • laver des pinceauxzijn tanden schoonmaken • se curer les dentseen ui schoonmaken • peler un oignonvis schoonmaken • nettoyer du poisson -
2 schoonmaken
-
3 schoonmaken
affinier, purifier -
4 een ui schoonmaken
een ui schoonmaken -
5 groente schoonmaken
groente schoonmaken -
6 het schoolbord schoonmaken
het schoolbord schoonmaken -
7 het schoonmaken
het schoonmaken -
8 penselen schoonmaken
penselen schoonmaken -
9 vis schoonmaken
vis schoonmaken -
10 zijn tanden schoonmaken
zijn tanden schoonmaken -
11 afdoen
1 [afleggen; wegnemen] enlever2 [schoonmaken] enlever la poussière de3 [ten einde brengen] liquider♦voorbeelden:iets van de prijs afdoen • rabattre une somme du prix (à payer)dat doet er niets toe of af • cela ne change rien à l'affaireeen zaak haastig afdoen • expédier une affaireiets afdoen met een lachertje • s'en tirer avec une plaisanterie〈 figuurlijk〉 hij heeft voor mij afgedaan • lui, pour moi c'est fini -
12 afnemen
1 [van een plaats verwijderen] enlever (de qc., à qn.)2 [van het hoofd nemen] enlever (de)3 [wegnemen] prendre (à)4 [ontdoen van wat er op ligt, staat] enlever (de); 〈 afruimen〉 débarrasser; 〈 schoonmaken〉 nettoyer5 [afpakken] prendre (qc. à qn.)6 [laten afleggen] faire passer (qc. à qn.)7 [kopen] acheter à♦voorbeelden:iemand een last afnemen • débarrasser qn. d'un fardeau3 iemand bloed afnemen • faire une prise de sang à qn.met zeep afnemen • laver au savon→ link=biecht biecht5 iemand zijn beurs afnemen • délester qn. de sa bourseeen kind een mes afnemen • retirer un couteau à un enfant6 een gelofte afnemen • faire prêter serment à qn.(iemand) een verhoor afnemen • faire subir un interrogatoire (à qn.)1 [verminderen] diminuer2 [korter, kleiner worden] raccourcir♦voorbeelden:de koorts neemt af • la fièvre tombeafnemend tij • marée descendante -
13 afsponzen
-
14 dweilen
-
15 kuisen
-
16 lappen
1 [herstellen] rapiécer2 [met een zeemlap schoonmaken] nettoyer (avec une peau de chamois)3 [sport en spel] gratter♦voorbeelden:dat lap jij hem niet • tu ne t'en sortiras pasiemand iets lappen • jouer un tour à qn.dat zou jij mij niet moeten lappen • ça ne prendrait pas avec moiiemand erbij lappen • moucharder qn. -
17 nagel
♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 hij heeft geen nagel om aan zijn gat te krabbenzijn nagels schoonmaken • se curer les onglesop zijn nagels bijten • se ronger les ongles -
18 opdweilen
1 [dweilend wegnemen] essuyer avec une serpillière2 [schoonmaken] passer la serpillière sur -
19 poetsen
-
20 ruimen
Страницы
- 1
- 2
См. также в других словарях:
schoonmaken — krin … Woordenlijst Sranan